Translation of "Kost" in German

0.009 sec.

Examples of using "Kost" in a sentence and their german translations:

- Hoeveel kost het?
- Hoeveel kost dat?

- Wie viel kostet es?
- Was kostet das?

- Hoeveel kost dat?
- Hoeveel kost dit ding?

- Wie viel kostet das?
- Was kostet das?
- Wie teuer ist dies?

- Het kost 20 euro.
- Dat kost 20 euro.

Das kostet zwanzig Euro.

- Hoeveel kost dit uurwerk?
- Hoeveel kost dit horloge?

- Wie viel kostet diese Uhr?
- Was kostet diese Uhr?

- Hoeveel kost deze sofa?
- Hoeveel kost deze bank?

- Wie viel kostet dieses Sofa?
- Was kostet dieses Sofa?

- Hoeveel kost het bier?
- Hoeveel kost dat bier?

Wie viel kostet das Bier?

Hoeveel kost het?

- Wie viel kostet das?
- Wie teuer ist dies?

Dromen kost niets.

Träumen kostet nichts.

Hoeveel kost dit?

- Wie viel kostet das?
- Was kostet das?

Hoeveel kost dat?

- Wie viel kostet das?
- Was kostet das?

- Hoeveel kost de bus?
- Hoeveel kost een busreis?
- Wat kost het met de bus?

Wie teuer ist der Busfahrschein?

- Weet u hoeveel het kost?
- Weet jij hoeveel het kost?
- Weten jullie hoeveel het kost?

- Weißt du, was es kostet?
- Weißt du, was er kostet?
- Weißt du, was sie kostet?

- Het kaartje kost 100 euro.
- Het toegangskaartje kost honderd euro.

- Die Fahrkarte kostet hundert Euro.
- Die Eintrittskarte kostet hundert Euro.

- Dat boek kost 4 dollar.
- Dit boek kost 4 dollar

Dieses Buch kostet 4 Dollar.

- Het ticket kost honderd euro.
- Het kaartje kost 100 euro.

Die Fahrkarte kostet hundert Euro.

- Wat kost een liter melk?
- Hoeveel kost een liter melk?

Was kostet ein Liter Milch?

Wat kost deze stropdas?

- Wie viel kostet diese Krawatte?
- Was kostet diese Krawatte?

Hoeveel kost deze pen?

- Wie teuer ist dieser Füller?
- Wie viel kostet dieser Stift?
- Was kostet dieser Kugelschreiber?

Hoeveel kost deze jurk?

Wie viel kostet dieses Kleid?

Hoeveel kost een buskaartje?

Wie viel kostet eine Busfahrkarte?

Hoeveel kost die mountainbike?

Wie viel kostet dieses Mountainbike?

Hoeveel kost deze zakdoek?

Wie viel kostet dieses Taschentuch?

Hoeveel kost dat boek?

Wie viel kostet dieses Buch?

Wat kost dat samen?

Was macht das alles zusammen?

Hoeveel kost deze pet?

Was kostet diese Mütze?

Hoeveel kost een kamer?

Wie viel kostet ein Zimmer?

Het kost 2 euro.

Das kostet zwei Euro.

Hoeveel kost deze paraplu?

- Was kostet dieser Regenschirm?
- Wie viel kostet dieser Regenschirm?

Hoeveel kost het lidmaatschap?

Wie hoch ist der Mitgliedsbeitrag?

Hoeveel kost deze banaan?

Was kostet diese Banane?

Hoeveel kost een ei?

Wie viel kostet ein Ei?

Hoeveel kost die broek?

- Wie viel kostet die Hose?
- Wie viel kostet diese Hose?

Hoeveel kost het sinaasappelsap?

Wie viel kostet der Orangensaft?

Dat kost 20 euro.

Das kostet zwanzig Euro.

Hoeveel kost deze klok?

Wie viel kostet diese Uhr?

Hoeveel kost deze bril?

Wie viel kosten diese Brillen?

Vlees kost veel tegenwoordig.

Heutzutage ist Fleisch teuer.

Hoeveel kost die auto?

Wie viel kostet das Auto da?

Hoeveel kost deze radio?

Was kostet dieses Radio?

Het kost 20 euro.

Das kostet zwanzig Euro.

Hoeveel kost dit uurwerk?

Was kostet diese Uhr?

Hoeveel kost deze bank?

- Wie viel kostet dieses Sofa?
- Was kostet dieses Sofa?

Het kost te veel.

Das ist zu teuer!

Hoeveel kost het bier?

Wie viel kostet das Bier?

Een permanentje kost extra.

Dauerwelle kostet extra.

Dit kost bijna niets.

Das kostet fast nichts.

Hoeveel kost die lamp?

Wie viel kostet diese Lampe?

Geld lenen kost geld.

Geld leihen kostet Geld.