Translation of "Grote" in German

0.019 sec.

Examples of using "Grote" in a sentence and their german translations:

Grote openingsverkoop.

Großer Eröffnungsverkauf.

- Ze heeft grote borsten.
- Zij heeft grote borsten.

Sie hat große Brüste.

- Twee grote koffie, alsjeblieft.
- Twee grote koffie, alstublieft.

Zwei große Tassen Kaffee, bitte.

Een grote afgrond.

Ein massiver Abhang.

- Heb je een grote familie?
- Heb jij een grote familie?

Hast du eine große Familie?

- Mijn grote broer kijkt tv.
- Mijn grote broer kijkt televisie.

Mein großer Bruder sieht Fernsehen.

Om deze grote rots.

Wir könnten diesen großen Felsen nehmen.

'de grote stad', Constantinopel.

„große Stadt“ Konstantinopel.

Wat een grote supermarkt!

Was für ein großer Supermarkt!

Hou je grote bek!

- Halt deine große Klappe!
- Halt dein freches Maul!
- Halt deine freche Klappe!

Mary heeft grote ogen.

Mary hat große Augen.

Hij heeft grote problemen.

Er hat große Probleme.

Kleine oorzaken, grote gevolgen.

Kleine Ursachen, große Wirkung.

Wat een grote hond!

Was für ein großer Hund!

Buffels hebben grote horens.

Büffel haben große Hörner.

Ze heeft grote laarzen.

Sie hat große Stiefel.

Jane heeft grote problemen.

Jane steckt in ernsthaften Schwierigkeiten.

Pelikanen hebben grote snavels.

Pelikane haben einen großen Schnabel.

Tom heeft grote handen.

Tom hat große Hände.

Ik heb grote huizen.

Ich habe große Häuser.

Ze heeft grote borsten.

- Sie hat große Titten.
- Sie hat dicke Titten.

Zij heeft grote borsten.

Sie hat große Brüste.

- De grote vis eet de kleine.
- De grote vis eet het kleintje.

Der große Fisch frisst den kleinen.

- De grote vissen eten de kleine.
- De grote vissen eten de kleintjes.

Die großen Fische fressen die kleinen.

Iedereen houdt van grote pizza's.

Jeder liebt große Pizzen.

Vele kleintjes maken een grote.

- Alle Millionen bestehen aus Tausendsteln.
- Kleinvieh macht auch Mist.
- Viele kleine Bäche machen einen großen Fluss.

Ze heeft een grote neus.

- Sie hat eine große Nase.
- Sie hat eine lange Nase.

Molly heeft een grote klok.

Molly hat eine große Uhr.

Kraanvogels zijn grote mooie vogels.

Kraniche sind große, schöne Vögel.

Hij is een grote jongen.

Er ist ein großer Junge.

Tokio is een grote stad.

Tōkyō ist eine große Stadt.

Hij is een grote lafaard.

Er ist ein großer Feigling.

Hij heeft een grote mond.

Er hat eine große Klappe.

Hij heeft grote blauwe ogen.

Er hat große, blaue Augen.

Tom heeft grote, blauwe ogen.

Tom hat große, blaue Augen.

Grote zielen lijden in stilte.

Große Seelen dulden still.

Een grote portie friet alstublieft.

Eine große Portion Pommes frites bitte!

Ze heeft grote blauwe ogen.

Sie hat große blaue Augen.

Ik heb een grote hond.

Ich habe einen großen Hund.

Ik heb een grote familie.

Ich habe eine große Familie.

We hebben een grote supermarkt.

Wir haben einen großen Supermarkt.

Heeft hij een grote familie?

Hat er eine große Familie?

Vandaag is de grote dag.

Heute ist der große Tag.

Hij is een grote muziekliefhebber.

Er ist ein großer Musikfreund.

Ober, twee bier alstublieft, grote.

Herr Ober, bitte zwei große Bier.

Dat is de grote vraag.

Das ist die Preisfrage.

Boston is een grote stad.

Boston ist eine große Stadt.

Heb jij een grote familie?

Hast du eine große Familie?

Zij heeft een grote neus.

Sie hat eine große Nase.

Ze bestelden een grote pizza.

Die haben eine große Pizza bestellt.

Deze pop heeft grote ogen.

Diese Puppe hat große Augen.

Prins Charles heeft grote oren.

Prinz Charles hat große Ohren.

Hij heeft een grote familie.

Er hat eine große Familie.

Mijn grote broer kan rijden.

- Mein älterer Bruder kann Auto fahren.
- Mein großer Bruder kann Auto fahren.

Ze heeft een grote dochter.

Sie hat eine Tochter, die groß ist.