Translation of "Buurman" in German

- Hij is onze buurman.
- Dat is onze buurman.

- Das ist unser Nachbar.
- Er ist unser Nachbar.

- Tom is de buurman van Maria.
- Tom is Maria’s buurman.

Tom ist Marias Nachbar.

Tom is mijn buurman.

Tom ist mein Nachbar.

Hij haat zijn buurman.

Er hasst seinen Nachbarn.

Mijn buurman is timmerman.

Mein Nachbar ist Tischler.

Mijn buurman is gek.

Mein Nachbar ist verrückt.

Hij is onze buurman.

Er ist unser Nachbar.

Dat is onze buurman.

Das ist unser Nachbar.

Ik heb een islamitische buurman.

Ich habe einen Nachbarn, der Moslem ist.

We wonen boven onze buurman.

Wir wohnen über unserem Nachbarn.

Onze nieuwe buurman speelt viool.

Unser neuer Nachbar spielt Geige.

Onze buurman kwam net terug.

- Unser Nachbar kam gerade zurück.
- Unser Nachbar ist soeben zurückgekommen.
- Unsere Nachbarin kam gerade zurück.

We hebben een nieuwe buurman.

Wir haben einen neuen Nachbarn.

Ik heb een Italiaanse buurman.

Ich habe einen italienischen Nachbarn.

De hond van mijn buurman blaft.

- Der Hund meiner Nachbarin bellt.
- Der Hund meines Nachbarn bellt.

- Je bent mijn buurman.
- Je bent mijn buurvrouw.
- U bent mijn buurman.
- U bent mijn buurvrouw.

- Sie sind mein Nachbar.
- Du bist mein Nachbar.
- Du bist meine Nachbarin.
- Sie sind meine Nachbarin.

Zijn buurman zit ook achter haar aan.

Auch sein Nachbar bemüht sich um sie.

De hond van de buurman is gevaarlijk.

Der Nachbarshund ist gefährlich.

De hond van mijn buurman is dood.

Der Hund meines Nachbarn ist tot.

Onze buurman kocht zich een schattig paard.

Unser Nachbar kaufte sich ein hübsches Pferd.

Ik heb een hekel aan mijn buurman.

Ich hasse meinen Nachbarn.

We ontmoetten onze buurman in de straat.

Wir sind auf der Straße unserem Nachbarn begegnet.

- Hij is mijn buur.
- Hij is mijn buurman.

Er ist mein Nachbar.

- Dat is onze buurvrouw.
- Dat is onze buurman.

- Das ist unsere Nachbarin.
- Das ist unser Nachbar.

De kat van de buurman houdt van onze tuin.

Des Nachbarn Katze liebt unseren Garten.

Mijn buurman was niet thuis toen de kat kwam.

Mein Nachbar war nicht zu Hause, als die Katze kam.

Onlangs kwam ik mijn vroegere buurman tegen in de stad.

- Ich habe meinen früheren Nachbarn neulich in der Stadt getroffen.
- Ich habe meine frühere Nachbarin neulich in der Stadt getroffen.

- Tom is een goede buur.
- Tom is een goede buurman.

Tom ist ein guter Nachbar.

- Ik heb een homoseksuele buurman.
- Ik heb een homoseksuele buurvrouw.

Ich habe einen schwulen Nachbarn.

- Ik heb een Italiaanse buurman.
- Ik heb een Italiaanse buurvrouw.

- Ich habe einen italienischen Nachbarn.
- Ich habe eine italienische Nachbarin.
- Meine Nachbarin ist Italienerin.
- Mein Nachbar ist Italiener.

- We hebben een nieuwe buurman.
- We hebben een nieuwe buurvrouw.

- Wir haben einen neuen Nachbarn.
- Wir haben eine neue Nachbarin.

Ik zeg het tegen u, maar ik bedoel uw buurman.

Meine Tochter, ich sage es zu dir. Meine Schwiegertochter, mögest du es verstehen.

- Onze buur kwam net terug.
- Onze buurman kwam net terug.

- Unser Nachbar kam gerade zurück.
- Unser Nachbar ist soeben zurückgekommen.

Haar buurman zal voor de kinderen zorgen wanneer ze weg is.

Ihr Nachbar wird sich während ihrer Abwesenheit um die Kinder kümmern.

Ik zag de hond van mijn buurman in de tuin lopen.

Ich sah den Hund meines Nachbarn in meinem Garten herumlaufen.

Het gras van je buurman is altijd groener dan het jouwe.

- Beim Nachbarn ist das Gras immer grüner.
- Das Gras des Nachbarn ist immer grüner.

- Onze buur heeft een rib gebroken.
- Onze buurman heeft een rib gebroken.

Unser Nachbar hat sich eine Rippe gebrochen.

- De hond van mijn buurman blaft.
- De hond van mijn buurvrouw blaft.

- Der Hund meiner Nachbarin bellt.
- Der Hund meines Nachbarn bellt.

- Onze buurvrouw heeft een rib gebroken.
- Onze buur heeft een rib gebroken.
- Onze buurman heeft een rib gebroken.

Unser Nachbar hat sich eine Rippe gebrochen.

- De buurman heeft ons gevraagd de muziek zachter te zetten.
- De buurvrouw heeft ons gevraagd de muziek zachter te zetten.

Der Nachbar bat uns, die Musik leiser zu stellen.

- Het gras aan de andere kant van de heuvel is altijd groener.
- Het gras van je buurman is altijd groener dan het jouwe.

- Beim Nachbarn ist das Gras immer grüner.
- Das Gras des Nachbarn ist immer grüner.