Translation of "Bezoek" in French

0.007 sec.

Examples of using "Bezoek" in a sentence and their french translations:

Bezoek ons.

- Viens nous rendre visite.
- Rends-nous visite.

Bezoek je wijk.

Visite ton quartier.

We hebben bezoek.

Nous avons des invités.

We hadden onverwacht bezoek.

- Nous eûmes une visite imprévue.
- Nous avons eu une visite imprévue.

Het bezoek is gratis.

La visite est gratuite.

Bedankt voor het bezoek.

Merci d'être venu.

- Zou je graag mijn bezoek ontvangen?
- Zou u graag mijn bezoek ontvangen?

- Aimeriez-vous recevoir ma visite ?
- Aimerais-tu recevoir ma visite ?

Kioto is een bezoek waard.

Kyoto vaut la peine d'être visitée.

- Bezoek ons.
- Kom ons bezoeken.

Viens nous rendre visite.

Kom mij een bezoek brengen.

- Viens me voir.
- Viens me rendre visite.

- Wat is de reden van uw bezoek?
- Wat is het doel van uw bezoek?

- Quel est le but de votre venue ?
- Quel est le but de votre visite ?

Ik bezoek niet graag grote steden.

Je n'aime pas visiter les grandes villes.

Morgen brengen we je een bezoek.

Demain, nous te rendrons visite.

- Je hebt gezelschap.
- Je hebt bezoek.

- Tu as de la visite.
- Tu as de la compagnie.

Het museum is een bezoek waard.

Le musée vaut une visite.

Ik bezoek iedere dag een kerk.

Je visite une église tous les jours.

Is jouw streek een bezoek waard?

Ta région vaut-elle le coup d'œil ?

Het district Tohoku is een bezoek waard.

La région de Tohoku vaut la peine d'être visitée.

Ik ben bij Dan op bezoek geweest.

J'ai rendu visite à Dan.

Ik bezoek mijn grootmoeder in het ziekenhuis.

- Je rends visite à ma grand-mère à l'hôpital.
- Je viens juste rendre visite à ma grand-mère à l'hôpital.

Ik bezoek hem om de twee dagen.

- Je lui rends visite chaque deux jours.
- Je lui rends visite tous les deux jours.

Je hebt gauw bezoek van Magere Hein.

- La faucheuse ne tardera pas à te rendre visite.
- Bientôt la mort viendra te voir.

Ik zou u willen een bezoek brengen.

Je voudrais vous rendre visite.

Bezoek ons alstublieft in ons nieuwe huis.

Viens, s'il te plait, nous rendre visite dans notre nouvelle maison.

Bezoek de school in Thame op Google Maps

Visiter l'école de Thame dans Google Maps

Bij het volgende bezoek zal ik bloemen meebrengen.

Lors de ma prochaine visite, j'apporterai des fleurs.

Waarom kom je niet bij ons op bezoek?

- Pourquoi ne viens-tu pas nous voir ?
- Pourquoi ne viens-tu pas nous rendre visite ?
- Pourquoi ne venez-vous pas nous rendre visite ?
- Pourquoi ne venez-vous pas nous voir ?

Ik bezoek mijn grootmoeder twee keer per week.

Je vais chez ma grand-mère deux fois par semaine.

Mijn oom komt ons morgen een bezoek brengen.

Mon oncle vient nous voir demain.

- Zwitserland is een prachtig land, dat een bezoek verdient.
- Zwitserland is een heel prachtig land en een bezoek waard.

La Suisse est un très beau pays qui mérite une visite.

Bezoek de stad van Pasang Sherpa op Google Maps

Visiter la région de Pasang Sherpa dans Google Maps

Bezoek het huis van Kancha Sherpa op Google Maps

Visiter la maison du Sherpa Kancha dans Google Maps

Altijd wanneer ik hem bezoek, is hij in bed.

À chaque fois que je vais le voir, il est dans son lit.

Een bezoek aan het platteland zal je goed doen.

- Ça te fera du bien d'aller à la campagne.
- Ça vous fera du bien d'aller à la campagne.

Zwitserland is een prachtig land, dat een bezoek verdient.

La Suisse est un très beau pays qui mérite une visite.

Hallo! Wat is het doel van uw bezoek, meneer?

Bonjour ! Quel est le but de votre visite, Monsieur ?

- Ik ben bij Dan op bezoek geweest.
- Ik bezocht Dan.

J'ai rendu visite à Dan.

Eergisteren bracht hij een officieel bezoek aan de Franse president.

Avant-hier, il a rendu une visite officielle au président français.

Ben je zeker dat je hem je bezoek bevestigd hebt?

Tu es sûr de lui avoir confirmé ta visite ?

Soms ging Tom weer op bezoek bij zijn oude vrienden.

Parfois, Tom venait retrouver ses anciens camarades.

De kerstman zal dit jaar misschien niet op bezoek komen.

Il se peut que le Père Noël ne vienne pas nous voir cette année.

- Kom mij een bezoek brengen.
- Kom me bezoeken.
- Kom me opzoeken.

- Viens me voir.
- Viens me rendre visite.

Toen ik er op bezoek ging, leidde mijn gastheer me naar binnen

Quand je l'ai visité, mon hôte entrait dans le bâtiment

- Ik zou u willen een bezoek brengen.
- Ik zou je graag bezoeken.

Je voudrais vous rendre visite.

Bij mijn volgende bezoek aan San Francisco wil ik in dit hotel logeren.

La prochaine fois que je visite San Francisco, je voudrais séjourner dans cet hôtel.

Hij kwam vaak bij ons op bezoek toen ik nog een kind was.

Il nous rendait souvent visite lorsque j'étais petit.

Bezoek onze Patreon-pagina om erachter te komen hoe u het kanaal kunt steunen,

Visitez notre page Patreon pour découvrir comment vous pouvez soutenir la chaîne,

Bezoek onze Patreon-pagina om erachter te komen hoe u het kanaal kunt steunen, advertentievrije vroege

Visitez notre page Patreon pour découvrir comment vous pouvez soutenir la chaîne, obtenir un accès

- Ik ben er weer! O, hebben we visite?
- Ik ben er weer! O, hebben we bezoek?

Je suis de retour ! Ah ? Nous avons un invité ?

Bezoek onze Patreon-pagina om erachter te komen hoe u het kanaal kunt ondersteunen, vroege toegang zonder

Visitez notre page Patreon pour découvrir comment vous pouvez soutenir la chaîne, obtenir un accès

- Mijn vader vroeg me wie er gisteren op bezoek was gekomen.
- Mijn vader vroeg me wie hem gisteren was komen bezoeken.

Mon père me demanda qui était venu lui rendre visite hier.

Het is niet goed te weten dat iets onaangenaams ons zal overkomen, zoals bijvoorbeeld een bezoek aan de tandarts, of aan Frankrijk.

Quand on sait que quelque chose de désagréable va se passer, qu'on va aller chez le dentiste par exemple, ou en France, ce n'est pas bien.

Tijdens een recent bezoek aan IJsland waren mijn echtgenote en ik getroffen door de zeer grote gelijkenis tussen de woordenschat van het IJslands en die van het Schots.

Au cours d'une visite récente en Islande, mon épouse et moi avons été frappés par la très grande similitude entre le lexique de la langue islandaise et celui du scots.