Translation of "Bezoeken" in English

0.021 sec.

Examples of using "Bezoeken" in a sentence and their english translations:

- Morgen bezoeken we je.
- Morgen bezoeken we jullie.

We'll visit you tomorrow.

- Ik wil Zuid-Korea bezoeken.
- Ik wil Korea bezoeken.

- I want to visit Korea.
- I want to visit South Korea.

- Morgen kunt ge mij bezoeken.
- Je kunt me morgen bezoeken.

You can visit me tomorrow.

Ik wil Korea bezoeken.

- I want to visit Korea.
- I want to visit South Korea.

We gaan Versailles bezoeken.

We are going to visit Versailles.

Ik wil Fiji bezoeken.

I want to visit Fiji.

Ik wil Luxemburg bezoeken.

I want to visit Luxembourg.

Ik wil Estland bezoeken.

I want to visit Estonia.

Ik wil je bezoeken.

I want to visit you.

Ik wil u bezoeken.

I want to visit you.

Morgen bezoeken we je.

We'll visit you tomorrow.

Wij zullen je bezoeken.

- We will visit you.
- We'll visit you.

Tom wilde Amerika bezoeken.

Tom wanted to visit America.

Tom wil Boston bezoeken.

Tom wants to visit Boston.

Tom zal Australië bezoeken.

Tom will visit Australia.

Wil je Brazilië bezoeken?

Do you want to visit Brazil?

Nederlanders bezoeken graag Tsjechië.

Dutch people like visiting Czechia.

Wie komt je bezoeken?

Who's coming to see you?

Ik wil Tom bezoeken.

I want to visit Tom.

Ik zal hem morgen bezoeken.

- I'll call on him tomorrow.
- I'll visit him tomorrow.

Ik zal je morgen bezoeken.

- I will call on you tomorrow.
- I'll visit you tomorrow.

Ik kom je zondag bezoeken.

I'll call on you on Sunday.

Tom komt ons misschien bezoeken.

Tom might come to visit us.

Ik wil Zuid-Korea bezoeken.

- I want to visit Korea.
- I want to visit South Korea.

Niemand wilde mijn land bezoeken.

Nobody wanted to visit my country.

Niemand wil mijn land bezoeken.

Nobody wants to visit my country.

Mijn broer wil Liechtenstein bezoeken.

My brother wants to visit Liechtenstein.

Hij hoopt Parijs te bezoeken.

He hopes to visit Paris.

Kan ik een kerk bezoeken?

Can I visit a church?

Kan ik een kunstgalerij bezoeken?

Can I visit an art gallery?

Ik zal jou persoonlijk bezoeken.

I'll personally visit you.

We gaan ze snel bezoeken.

We will visit them soon.

Ik zou je graag bezoeken.

I would like to visit you.

De toeristen bezoeken het museum.

The tourists visit the museum.

Hij zou ook China bezoeken.

He, too, would visit China.

Je kunt me morgen bezoeken.

You can visit me tomorrow.

Veel Chinese toeristen bezoeken Algerije.

Many Chinese tourists visit Algeria.

- Ga je China dit najaar bezoeken?
- Ga je in de herfst China bezoeken?

Are you going to pay a visit to China this fall?

Ik zal meneer Brown morgen bezoeken.

- I'll call on Mr Brown tomorrow.
- I'll visit Mr. Brown tomorrow.

Ze komt ons gauw weer bezoeken.

She will be coming to see us again soon.

Elk jaar bezoeken duizenden buitenlanders Japan.

Every year thousands of foreigners visit Japan.

Ik zal Armenië volgend jaar bezoeken.

I'm taking a trip to Armenia next year.

Deze ruïne is het bezoeken waard.

The ruins are worth seeing.

Waarom ben je Engeland komen bezoeken?

Why have you come to visit England?

Ik wil ooit graag Engeland bezoeken.

I would like to visit England one day.

Waarom wil ze Yidir gaan bezoeken?

Why does she want to go see Yidir?

- Het is te laat om hen te bezoeken.
- Het is te laat om haar te bezoeken.

It's too late to visit her.

- Iedereen wist dat Tom Australië niet wilde bezoeken.
- Iedereen wist dat Tom niet Australië wilde bezoeken.

- Everyone knew that Tom didn't want to visit Australia.
- Everybody knew that Tom didn't want to visit Australia.
- Everyone knew Tom didn't want to visit Australia.
- Everybody knew Tom didn't want to visit Australia.

Ik zal volgende week mijn oom bezoeken.

I'll visit my uncle next week.

Hij gaat de stad nooit meer bezoeken.

He will never visit the town again.

Haar droom is om Parijs te bezoeken.

- Her dream is visiting Paris.
- Her dream is to visit Paris.

Ik zou graag Frankrijk eens willen bezoeken.

I would like to visit France someday.

Ik kan je niet elke dag bezoeken.

- I can't visit you every day.
- I cannot visit you every day.

Robert komt mij af en toe bezoeken.

Robert comes to visit me every now and then.

Hij komt me nu en dan bezoeken.

He comes to meet me sometimes.

Ik hoop ooit Egypte te kunnen bezoeken.

I wish to visit Egypt someday.

Ooit wil ik Boston nog eens bezoeken.

I want to visit Boston someday.

Ga je in de herfst China bezoeken?

Are you going to pay a visit to China this fall?