Translation of "War" in English

- U lijkt in de war.
- Zij lijkt in de war.

She looks confused.

Tom was in de war.

Tom was confused.

Zij lijkt in de war.

She looks confused.

Maria is in de war.

Mary's confused.

Tom is in de war.

- Tom is confused.
- Tom's confused.

Tom leek in de war.

Tom appeared confused.

Tom raakte in de war.

Tom got confused.

Tom blijft in de war.

Tom remains puzzled.

Sami was in de war.

Sami was a fucking mess.

- Tom leek verward.
- Tom leek in de war.
- Tom bleek in de war.

Tom appeared confused.

Nu ben ik in de war.

I'm confused now.

Ik ben helemaal in de war.

- I am totally confused.
- I am all mixed up.
- I'm totally confused.

Breng ik u in de war?

Am I confusing you?

Tom voelde zich in de war.

Tom felt confused.

Tom was enigszins in de war.

Tom was slightly confused.

Tom is ook in de war.

Tom is confused, too.

- U lijkt verward.
- Hij lijkt verward.
- U lijkt in de war.
- Hij lijkt in de war.

He looks confused.

Zelfs de vissen leken in de war.

The fish even seemed to be confused.

Ik ben een beetje in de war.

I'm a bit confused.

Ik was woedend en in de war.

I was angry and confused.

Zijn acties brengen me in de war.

His actions confuse me.

Zijn activiteit brengt mij in de war.

His actions confuse me.

Tom zal waarschijnlijk in de war raken.

Tom is probably going to be confused.

- Hij lijkt verward.
- Hij lijkt in de war.

He looks confused.

- Wie is in de war?
- Wie is verward?

Who is confused?

- Je bent verward.
- Je bent in de war.

You're confused.

- Tom bleef verbaasd.
- Tom bleef in de war.

Tom remained puzzled.

- Hij is verward.
- Hij is in de war.

- He's confused.
- He is confused.

Nu kan ruis je zomaar in de war brengen,

Now it's easy to be confused by noise,

Vanwege het onweer raakte de treindienstregeling in de war.

Trains were disrupted due to a thunderstorm.

Ik ben in de war. Wat doe ik nu?

I'm confused. What do I do now?

- Ik ben helemaal verward.
- Ik ben helemaal in de war.

I am totally confused.

Ik voel me in de war, maar ik weet niet waarom.

I feel confused, but I don't know why.

- Ik ben nog steeds in de war.
- Ik ben nog steeds verward.

I'm still confused.

- Tom zal waarschijnlijk verward zijn.
- Tom zal waarschijnlijk in de war zijn.

Tom is likely to be confused.

Tom was in de war, hij wist niet wat hij moest zeggen.

- Tom was confused and did not know what to say.
- Tom was confused and didn't know what to say.

Mary was in de war, ze wist niet wat ze moest zeggen.

Mary was confused and didn't know what to say.

- Je probeert me in de war te brengen.
- Je probeert me te verwarren.

You're trying to confuse me.