Translation of "Gele" in English

0.021 sec.

Examples of using "Gele" in a sentence and their english translations:

- Er is een gele roos.
- Daar is een gele roos.

- There is a yellow rose.
- There's a yellow rose.

- Hoeveel gele bloemen zijn daar?
- Hoeveel gele bloemen zijn er?

How many yellow flowers are there?

Ik neem de gele.

I'll take the yellow one.

We hebben gele appels.

We have yellow apples.

Dit zijn gele bloemen.

These are yellow flowers.

Hij heeft gele tanden.

His teeth are yellow.

Sami heeft gele koorts.

Sami has yellow fever.

Tom heeft gele koorts.

Tom has yellow fever.

Zie je die kleine gele bloem aan de gaspeldoorn? Dat gele?

See the little flower on the gorse, that little yellow bit?

- Vind je de gele kleur leuk?
- Vinden jullie de gele kleur leuk?
- Vindt u de gele kleur leuk?

Do you like the yellow colour?

Dit is een gele roos.

This is a yellow rose.

Hier is een gele roos.

- There's a yellow rose.
- Here's a yellow rose.

Ik heb een gele auto.

I have a yellow car.

Er is ook een gele.

There's also a yellow one.

Maria draagt ​​een gele jurk.

Mary is wearing a yellow dress.

Tom bezit een gele sportwagen.

Tom owns a yellow sports car.

Waarom knippert het gele lampje?

Why's the yellow light flashing?

Ik koop alleen gele auto's.

I only buy yellow cars.

De jongen plukt gele bloemen.

The boy is picking yellow flowers.

Hij bezit een gele sportwagen.

He owns a yellow sports car.

Ik bezit een gele sportwagen.

I own a yellow sports car.

Ze bezit een gele sportwagen.

She owns a yellow sports car.

Maria bezit een gele sportwagen.

Mary owns a yellow sports car.

Wij bezitten een gele sportwagen.

We own a yellow sports car.

Ze bezitten een gele sportwagen.

They own a yellow sports car.

Hoeveel gele bloemen zijn daar?

How many yellow flowers are there there?

Tom droeg een gele tennishoofdband.

Tom wore a yellow tennis headband.

- Vind je mijn gele sjaal niet leuk?
- Vindt u mijn gele sjaal niet leuk?
- Vinden jullie mijn gele sjaal niet leuk?

Don't you like my yellow scarf?

Hij woont in het gele huis.

He lives in the yellow house.

Ze staat naast het gele huis.

She's standing next to the yellow house.

Er staat daar een gele roos.

- There is a yellow rose.
- There's a yellow rose there.

Rijpe bananen hebben een gele kleur.

Ripe bananas are yellow.

Mijn vriend kocht een gele auto.

My friend bought a yellow car.

Ik hou van mijn gele trui.

I love my yellow sweater.

Hij woont in dat gele huis.

He lives in that yellow house.

Tom rijdt in een gele taxi.

Tom drives a yellow cab.

Sami rijdt in een gele auto.

Sami drives a yellow car.

Vindt u de gele kleur leuk?

Do you like the yellow colour?

Vind je de gele kleur leuk?

Do you like the yellow colour?

Ze gaat op de gele bank zitten.

She's going to sit on the yellow couch.

Er zijn geen gele brievenbussen in Denemarken.

In Denmark, there aren't any yellow postboxes.

We hebben vandaag veel gele vlinders gezien.

We saw a lot of yellow butterflies today.

Ik wil mijn grote gele banaan vinden.

I want to find my big yellow banana.

De tuin stond vol mooie gele bloemen.

The garden was full of beautiful yellow flowers.

De tuin stond vol met gele bloemen.

The garden was full of yellow flowers.

Meng de blauwe verf met de gele verf.

Blend the blue paint with the yellow paint.

Jane droeg een gele band in het haar.

Jane had a yellow ribbon in her hair.

Wie is het meisje in een gele regenjas?

Who's the girl in a yellow raincoat?

De paarse fiets kost minder dan de gele.

The purple bicycle costs less than the yellow.

Ik hou heel veel van mijn gele trui.

I love my yellow pullover very much.

Mijn moeder kocht mijn broertje een gele paraplu.

My mother bought my little brother a yellow umbrella.

Tom markeerde een zin met een gele markeerstift.

Tom marked a sentence with a yellow highlighter.

Blijf aan deze kant van de gele lijn.

Stay on this side of the yellow line.

- Zijn tanden zijn geel.
- Hij heeft gele tanden.

His teeth are yellow.

- We hebben margrieten, witte en gele, maar enkel in bossen.
- We hebben madeliefjes, witte en gele, maar enkel in tuilen.

We have daisies, white and yellow, but only in bouquets.

Mijn moeder kocht een gele paraplu voor mijn broer.

- Mother bought my brother a yellow umbrella.
- My mother bought my little brother a yellow umbrella.
- My mother bought my brother a yellow umbrella.

Maria is het meisje dat de gele jurk draagt.

Mary is the girl wearing the yellow dress.

Gele koorts en pokken waren niet meer een bedreiging.

Yellow fever and smallpox were no longer a threat.

Het meisje dat de gele jurk aanheeft is Maria.

The girl wearing the yellow dress is Mary.

- Tom woont in het gele huis hier tegenover.
- Tom woont in het gele huis aan de andere kant van de straat.

Tom lives in the yellow house across the street.

Contador won de gele trui in de ronde van Frankrijk.

- Contador won the maillot jaune in the Tour de France.
- Contador won the yellow jersey in the Tour de France.