Translation of "Blauwe" in English

0.017 sec.

Examples of using "Blauwe" in a sentence and their english translations:

- Ik draag een blauwe spijkerbroek.
- Ik draag blauwe jeans.

I have blue jeans on.

- Je hebt mooie blauwe ogen.
- U heeft mooie blauwe ogen.
- Jullie hebben mooie blauwe ogen.

You have beautiful blue eyes.

- Heeft u een blauwe jas?
- Heb je een blauwe jas?
- Hebben jullie een blauwe jas?

Do you have a blue coat?

Ze heeft blauwe ogen.

- She has blue eyes.
- He has blue eyes.

Ik heb blauwe ogen.

I have blue eyes.

Leanne heeft blauwe ogen.

Leanne has got blue eyes.

Emily heeft blauwe ogen.

Emily has blue eyes.

Tom had blauwe ogen.

Tom had blue eyes.

Heeft Tom blauwe ogen?

Does Tom have blue eyes?

Tom heeft blauwe ogen.

Tom has blue eyes.

Heeft u een blauwe?

Do you have any in blue?

Maria heeft blauwe ogen.

Maria has blue eyes.

Hij heeft blauwe ogen.

He has blue eyes.

Sami had blauwe ogen.

Sami had blue eyes.

Sami droeg blauwe sokken.

Sami was wearing blue socks.

Sami heeft blauwe ogen.

Sami has blue eyes.

- Beide meisjes hebben blauwe ogen.
- Allebei de meisjes hebben blauwe ogen.

Both girls have blue eyes.

- Blijf van die blauwe knop af!
- Druk niet op deze blauwe knop.

- Don't touch that blue button.
- Don't touch this blue button.

Ze droeg een blauwe mantel.

She was wearing a blue coat.

Ze draagt een blauwe jurk.

- She is wearing a blue dress.
- She's wearing a blue dress.

Hij draagt altijd blauwe hemden.

He always wears blue shirts.

Ik heb een blauwe plek.

I have a bruise.

De blauwe auto is duur.

The blue car is expensive.

Hij heeft grote blauwe ogen.

- She has large blue eyes.
- He has large blue eyes.

Tom heeft grote, blauwe ogen.

Tom has big, blue eyes.

Ze heeft grote blauwe ogen.

She has large blue eyes.

Tom had grote blauwe ogen.

Tom had big blue eyes.

Ik heb een blauwe auto.

I have a blue car.

Hou je van blauwe kaas?

Do you like blue cheese?

De blauwe bloem is klein.

The blue flower is small.

Deze blauwe rugzak is zwaar.

This blue backpack is heavy.

Tom heeft een blauwe auto.

Tom has a blue car.

Ze heeft prachtige blauwe ogen.

She has beautiful blue eyes.

Er bestaat geen blauwe mango.

There is no blue mango.

Ik eet graag blauwe taarten.

I like eating blue cakes.

Tom heeft prachtige blauwe ogen.

Tom has beautiful blue eyes.

Mary draagt ​​een blauwe jurk.

Mary is wearing a blue dress.

Sami heeft een blauwe iPod.

Sami has a blue iPod.

Ze hebben prachtige blauwe ogen.

They have beautiful blue eyes.

Heb je een blauwe jas?

Do you have a blue coat?

U heeft mooie blauwe ogen.

You have beautiful blue eyes.

Tom droeg een blauwe jas.

Tom was wearing a blue coat.

- Zij was naïef.
- Ze was naïef.
- Ze had blauwe ogen.
- Zij had blauwe ogen.

She was naive.

- Heeft u onverklaarbare blauwe plekken of bloedingen?
- Heb je onverklaarbare blauwe plekken of bloedingen?

Do you have any unexplained bruising or bleeding?

Zwavel brandt met een blauwe vlam.

Sulfur burns with a blue flame.

De blauwe rozen zijn erg mooi.

The blue roses are very beautiful.

Hij draagt altijd een blauwe shirt.

He always wears a blue shirt.

Daarom zien we een blauwe hemel.

That is why we see a blue sky.

Druk niet op deze blauwe knop.

Don't touch this blue button.

Wolken zweefden aan de blauwe hemel.

Clouds were floating in the blue sky.

Ik vind deze blauwe jurk leuk.

I like this blue dress.

Blijf van die blauwe knop af!

Don't touch that blue button.

Laat me jouw blauwe plek zien.

Show me your bruise.

Laat hem jouw blauwe plek zien.

Show him your bruise.

Laat haar jouw blauwe plek zien.

Show her your bruise.

Hebben Tom en Maria blauwe ogen?

Do Tom and Mary have blue eyes?