Translation of "Aanwezig" in English

0.007 sec.

Examples of using "Aanwezig" in a sentence and their english translations:

- Iedereen was aanwezig.
- Allen waren aanwezig.

All were present.

Wees aanwezig.

- Be there.
- Be present.

Tom is aanwezig.

Tom is present.

Iedereen was aanwezig.

Everyone was present.

Alle kabinetsleden waren aanwezig.

Every member of the cabinet was present.

Alle leden waren aanwezig.

All the members were present.

Veertig mensen waren aanwezig.

Forty people were present.

Alle studenten zijn aanwezig.

All the students are present.

Er was niemand aanwezig.

No one was present.

Tom is ook aanwezig.

Tom is also present.

- Minstens 100 mensen waren aanwezig.
- Er waren minstens 100 mensen aanwezig.

- There were at least 100 people present.
- At least 100 people attended.

- Niemand was bij de bijeenkomst aanwezig.
- Niemand was bij de vergadering aanwezig.

No one was present at the meeting.

Minstens 100 mensen waren aanwezig.

- No less than one hundred people were present.
- There were at least 100 people present.
- At least 100 people attended.

Er waren duizenden mensen aanwezig.

Thousands of people were there.

Geen van hen is aanwezig.

None of them are present.

Gisteren was er niemand aanwezig.

There was nobody here yesterday.

Niet alle studenten waren aanwezig.

Not all the students were present.

Tom zal niet aanwezig zijn.

Tom won't be here.

Tom zal waarschijnlijk aanwezig zijn.

Tom will probably be present.

- Ik sta erop dat je aanwezig bent.
- Ik sta erop dat u aanwezig bent.

I insist on your being present.

- We waren allemaal aanwezig bij de bijeenkomst.
- We waren allemaal aanwezig bij de vergadering.

We were all present at the meeting.

- Hoeveel mensen waren aanwezig bij de bijeenkomst?
- Hoeveel mensen waren aanwezig bij de vergadering?

How many people were present at the meeting?

- We waren allemaal op zijn bruiloft aanwezig.
- We waren allemaal aanwezig op haar bruiloft.

We were all present at her wedding.

Op één na was iedereen aanwezig.

All but one was present.

Hij is aanwezig op de vergadering.

He is present at the meeting.

- Niemand was aanwezig.
- Er was niemand.

No one was present.

Ik was gisteren op school aanwezig.

I was present at school yesterday.

- Iedereen was daar.
- Iedereen was aanwezig.

- All were present.
- Everyone was there.
- Everyone was present.

Er waren minstens 100 mensen aanwezig.

There were at least 100 people present.

Niet al het personeel was aanwezig.

Not all of the staff was present.

Ze was aanwezig op het feestje.

She was present at the party.

Niemand was bij de bijeenkomst aanwezig.

No one was present at the meeting.

Tom was aanwezig op het feest.

Tom was present at the party.

- Er waren dertig mensen aanwezig bij de bijeenkomst.
- Er waren dertig mensen aanwezig bij de vergadering.

There were thirty people present at the meeting.

Vooral waar mijn nichtje bij aanwezig is.

especially in front of my niece.

Ik was gisteren niet aanwezig op school.

I was absent from school yesterday.

Hij was niet aanwezig op de bijeenkomst.

He was absent from the meeting.

We waren allemaal aanwezig bij de vergadering.

We were all present at the meeting.

We waren allemaal aanwezig op haar bruiloft.

We were all present at her wedding.

We waren allemaal aanwezig op het feest.

We were all present at the party.

Elk lid van de club was aanwezig.

Every member of the club was present.

- Er was niemand.
- Er was niemand aanwezig.

There was nobody.

- Veertig mensen waren aanwezig.
- Veertig mensen kwamen.

- Forty people attended.
- Forty people were present.

Veel studenten zijn bij de vergadering aanwezig.

A lot of students are present at the meeting.

Jullie moeten allemaal morgen hier aanwezig zijn.

You all need to be here tomorrow.

Ontevredenheid kan constant aanwezig zijn op de achtergrond,

Dissatisfaction can be a constant presence in the background,

Hoeveel mensen waren er in de vergadering aanwezig?

How many people were present at the meeting?

Ze waren beiden niet aanwezig op de vergadering.

Both of them were not present at the meeting.

In totaal waren er slechts vijf mensen aanwezig.

There were only five people present altogether.

- Er was niemand daar.
- Er was niemand aanwezig.

- There was nobody there.
- There wasn't anyone there.

Zal jij aanwezig zijn bij de vergadering vanmiddag?

Are you going to be at this afternoon's meeting?

- Er was niemand aanwezig.
- Er was daar niemand.

- There was nobody there.
- No one was there.
- Nobody was there.

Het element fosfor is aanwezig in ons DNA.

The element phosphorus is present in our DNA.

- Alle studenten waren daar.
- Alle studenten waren aanwezig.

All of the students were present.

Er bestaat geen land waar geen propaganda aanwezig is.

There is no country on earth where propaganda isn't present.

Ze was niet aanwezig school omdat ze ziek was.

- She was absent from school because of sickness.
- She was absent from school because she was sick.

Hij was een week lang niet aanwezig op school.

He was absent from school for a week.

Niet alle leden waren aanwezig op de vergadering gisteren.

All the members were not present at the meeting yesterday.

Verscheidene leerlingen waren niet aanwezig op school wegens verkoudheid.

Several students were absent from school because of colds.

Maar ook om aanwezig te zijn bij de voltallige vergaderingen.

but also for just showing up at the company all-hands meeting.

Ik was niet aanwezig op school omdat ik ziek was.

I was absent from school because I was sick.

Verken de omvang ervan, wees 'aanwezig' voor wat ons hart zegt.

Learn its contours, show up to the journal of your hearts.

Iedereen die iets heeft te betekenen, was op de receptie aanwezig.

Everybody who is anybody was present at the reception.

Het is niet nodig dat we bij de voordracht aanwezig zijn.

It is not necessary for us to attend this lecture.