Translation of "Studenten" in English

0.015 sec.

Examples of using "Studenten" in a sentence and their english translations:

- Het zijn studenten.
- Ze zijn studenten.

They're students.

- Alle studenten lachten.
- Alle studenten hebben gelachen.

The students all laughed.

- Gij zijt nieuwe studenten.
- Jullie zijn nieuwe studenten.

You are new students.

- Alle studenten waren daar.
- Alle studenten waren aanwezig.

All of the students were present.

Alle studenten applaudisseerden.

All the students clapped their hands.

We zijn studenten.

- We are students.
- We're students.

De studenten lachten.

The students laughed.

Alle studenten juichten.

All the students shouted with joy.

Zijn jullie studenten?

Are you students?

Alle studenten lachten.

The students all laughed.

- Wij zijn alle twee studenten.
- Wij zijn beiden studenten.

- Both you and I are students.
- The two of us are students.

- Toegang alleen toegestaan voor studenten.
- Toegang toegestaan alleen voor studenten.

Admission to students only.

Goede studenten studeren hard.

Good students study hard.

Veel studenten werken deeltijds.

- A lot of students do part-time jobs.
- Many students have part-time jobs.
- Many students work in part-time jobs.

De studenten zijn teruggekeerd.

The students have returned.

Deze studenten zijn Koreanen.

- Those students are Korean.
- These students are Korean.

Jullie zijn nieuwe studenten.

You are new students.

Alle studenten zijn aanwezig.

All the students are present.

Alle studenten waren daar.

- All of the students were present.
- All the students were there.

Gij zijt nieuwe studenten.

- You are new students.
- You are all new students.

De studenten zijn lui.

The students are lazy.

Jullie zijn studenten, toch?

You're students, aren't you?

Het zijn bekwame studenten.

They're able students.

De studenten waren verheugd.

The students were delighted.

Van de overige studenten

And a large portion of the remaining students

Alle studenten hebben gelachen.

The students all laughed.

De studenten hebben vakantie.

The students are on vacation.

De meeste van mijn studenten,

Most of my students,

Begonnen zwarte studenten, schrijvers, intellectuelen,

black college students, writers, intellectuals,

Mijn zwarte studenten vertellen me

My black students tell me

Studenten in het hele land

Students across the country

Alle studenten stonden gelijk recht.

All of the students stood up together.

Weinig studenten kunnen Latijn lezen.

Few students can read Latin.

Enkele studenten waren achter gelaten.

- A few students were left behind.
- Some students stayed behind.

Al de studenten studeren Engels.

All the students study English.

De andere studenten hebben gelachen.

The other students laughed.

Wij zijn alle drie studenten.

All three of us are students.

Niet alle studenten waren aanwezig.

Not all the students were present.

De studenten zijn met vakantie.

The students are on vacation.

De meeste studenten studeren hard.

Most students study hard.

Studenten horen hard te studeren.

Students are supposed to study hard.

Toegang alleen toegestaan voor studenten.

Admission to students only.

Mijn studenten wachten op mij.

My students are waiting for me.

Ik ken niet alle studenten.

I don't know all of the students.

De studenten begrijpen het niet.

The students don't understand.

- Er mogen geen studenten in de kamer.
- In de kamer mogen er geen studenten.
- Studenten mogen de kamer niet binnen.

No student is allowed to enter the room.

En het psychologisch welzijn van studenten

and psychological well-being amongst college students,

Begonnen mijn studenten op te biechten.

my students started confessing.

Maar toch hoor ik van studenten

Yet I hear from students

Alle studenten protesteerden tegen de oorlog.

All the students protested against the war.

Studenten hebben toegang tot de bibliotheek.

Students have access to the library.

Studenten hebben toegang tot deze computers.

Students have access to these computers.

Weinig studenten begrepen wat hij zei.

Few students could understand what he said.

Veel studenten waren afwezig van school.

A great many students were absent from school.

Onze school heeft ongeveer duizend studenten.

Our school has about one thousand students.

Veel studenten studeren graag 's ochtends.

Many students like to study in the morning.

- We zijn studenten.
- We zijn leerlingen.

- We are students.
- We're students.
- We're pupils.

Hoeveel studenten zijn er in totaal?

- What is the total number of students?
- How many students are there in total?

Ik ken niet al mijn studenten.

I don't know all of the students.

De studenten leren uit de feedback.

The feedback teaches the students.