Translation of "Auto" in Arabic

0.007 sec.

Examples of using "Auto" in a sentence and their arabic translations:

- Hou die auto tegen!
- Stop de auto!

أوقف السيارة

- Heb je een auto?
- Hebben jullie een auto?

- هل لديك سيارة؟
- هل عندك سيارة؟
- أتمتلك سيارة؟

- Dit is mijn auto.
- Dat is mijn auto.

هذه سيارتي

- Dit is zijn auto.
- Deze auto is van hem.

هذه السيارة له

- Ik heb die auto gekocht.
- Ik kocht die auto.

اشتريت هذه السيارة.

- Van wie is die auto?
- Wiens auto is dat?

لمن هذه السيارة؟

- Is dit uw auto?
- Is deze auto van jou?

- أهذه سيارتك؟
- هل هذه سيارتك؟

- Deze auto is van mij.
- Deze auto is de mijne.

هذه السيارة لي.

- Ik ben in de auto.
- Ik zit in de auto.

أنا في السيارة

Heb je een auto?

- هل لديك سيارة؟
- أتمتلك سيارة؟

De auto is klaar.

السيارة جاهزة.

Hij heeft een auto.

لديه سيارة.

Dit is mijn auto.

هذه سيارتي.

Tom heeft een auto.

توم لديه سيارة

Dat is zijn auto.

تلك سيارته.

Is dat jouw auto?

هل تلك السيارة لك؟

Hij wast je auto.

إنه يغسل سيارتك.

Waar is mijn auto?

أين سيارتي؟

Die auto is spiksplinternieuw.

تلك السيارة حقاً جديدة

Ik heb een auto.

- أملك سيارةً.
- لدي سيارة

- De auto crashte tegen de muur.
- De auto reed tegen de muur.
- De auto botste tegen de muur.

اصطدمت السيارة بالحائط.

Want niemand rijdt nog auto --

لأنه سيجري هجر السيارات تمامًا...

Mijn auto verbruikt veel benzine.

تستخدم سيارتي الكثير من الوقود.

Tom reed met de auto.

- قاد توم السيارة.
- ركب توم السيارة.

Ik heb een oude auto.

لدي سيارة قديمة.

Wij hebben een auto nodig.

نحتاج إلى سيارة.

Tom heeft een nieuwe auto.

توم عنده السيارة جديدة.

Mijn auto is gisteravond gestolen.

- سُرقت سيارتي بالأمس.
- سُرقت سيارتي ليلة أمس.
- سُرقت سيارتي ليلة البارحة.

Ik zit in mijn auto.

أنا في السيارة

Ik kocht een nieuwe auto.

اشتريتُ سيارةً جديدةً.

Welke auto is van Tom?

أيّها سيارة توم؟

Dat is niet mijn auto.

- تلك السيارة ليست ملكي
- تلك ليست سيارتي

Ik vind je auto leuk.

تعجبني سيارتك.

Kijk naar mijn nieuwe auto.

انظر إلى سيارتي الجديدة

- Marco's auto heet "Thunder Giant".
- De naam van Marco's auto is "Thunder Giant".

سيارة ماركو إسمها "ثاندر جاينت".

En dat er een auto aankomt

وهنالك سيارة قادمة

Verhuurde mijn flat, leende een auto

أجّرت شقتي، واستعرت سيارة

De auto botste met de vrachtwagen.

إصطدمت السيارة بالشاحنة.

Ik heb een nieuwe rode auto.

لدي سيارة حمراء جديدة.

Mijn vriend kocht een gele auto.

- اشترى صديقي سيّارة صفراء.
- اشترى صديقي سيّارة لونها أصفر.

Deze auto is net als nieuw.

- هَذِه الْسَّيَّارَة فِي حَالَة مُمْتَازَة
- هذه السيارة تبدو كالجديدة

De natuur is als een zelfsturende auto.

تشبه الطبيعة السيارة ذاتية القيادة.

Een oude vrouw rijdt in haar auto

تقود امرأة عجوز السيارة

Mijn vader heeft een nieuwe auto gekocht.

اشترى أبي سيارة جديدة.

Hij rijdt vaak met zijn vader's auto.

عادةً ما يقود سيارة أبيه.

Ik zou graag een auto willen huren.

أود أن استأجر سيارة.

Het is een auto die wij zelf besturen.

هذه السيارة التي نسوقها.

De auto was kapot, dus moesten ze lopen.

تعطلت السيارة فعليهم أن يمشوا.

Ik heb geen auto, maar mijn zus wel.

ليس لدي سيارة، ولكن أختي لديها.

Mijn auto is uitgerust met een cd-speler.

سيارتي مزودة بمشغل أقراص مدمجة.

Heeft uw oom u zijn auto laten besturen?

هل سمح لك عمك أن تقود سيارته؟

Daar is een auto. Ik wil hem niet missen.

‫ثمة سيارة هناك.‬ ‫لا أريد أن أفوّتها.‬

Te snel rijden en sms-en in de auto,

ويتراسلون مستخدمين هواتفهم أثناء القيادة بسرعة،

En hoewel het misschien geen volledig autonome auto is,

وعلى الرغم من أنها قد لا تكون سيارة ذاتية التحكم بشكل كامل؛

Ge moogt de auto niet parkeren in deze straat.

غير مسموح لك أن توقف سيارتك في هذا الشارع.

Ik heb nog niet geleerd om auto te rijden.

لم أتعلم كيف أقود السيارة بعد.

Het lijkt erop dat deze auto van hem is.

كأنّ هذه السيارة له.

Er ligt een lijk in de achterbak van de auto.

توجد جثّة في صندوق السيّارة.

Sami is lang, dus heeft hij een grote auto nodig.

- سامي طويل، إذا يحتاج لسيّارة كبيرة.
- بما أنّ سامي طويل، فهو يحتاج لسيّارة كبيرة.
- بما أنّ سامي طويل، فهو يحتاج لسيّارة واسعة.

- Ik zal je naar huis rijden.
- Ik zal je met de auto naar huis brengen.
- Ik breng je met de auto naar huis.

- سأوصلك إلى المنزل بالسيارة.
- سأوصلك إلى البيت.

"De auto van mijn buurman is veel groter dan de mijne.”

"جاري، لديه سيارة أكبر مما لدي"

- Kun je autorijden?
- Weet je hoe je een auto moet besturen?

- هل تعرف كيف تقود سيارة؟
- أيمكنك قيادة سيارة؟

Hij werd geraakt door een auto en was op slag dood.

لقد صدم من قبل سيارة وتوفي على الفور.

De jongen die de auto aan het wassen is, is mijn broer.

الولد الذي يغسل السيارة هو أخي.

Ik heb een auto geregeld om je op het vliegveld op te halen.

بعثت لك سيارة لانتظارك في المطار.