Translation of "معنى" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "معنى" in a sentence and their dutch translations:

حيث معنى كاميرا بالهنغارية،

Maar van het Hongaarse woord voor camera

- ليس لهذا معنى.
- هذا هُراء.

Dit slaat nergens op.

هو لا يعرف ما معنى الخوف.

Hij kent geen angst.

هذه الجملة ليس لها أي معنى.

Deze zin slaat nergens op.

أراد سامي أن يعطي معنى لحياته.

Sami wilde zijn eigen leven betekenis geven.

لم اكن أعرف حينها معنى كلمة إرهابي،

Het woord 'terrorist' stond niet op ons spellinglijstje,

لكن القصة لوحدها لا معنى لها ومضللة

Maar één enkel verhaal is zinloos en misleidend,

إذا أردت أن أتعلم معنى كلمة كلب بالفرنسية،

Als ik het Franse woord voor 'hond', 'chien', wilde leren,

أو الحصول على معنى مجرد في الدفء العائلي

of moeten we die elementaire zingeving zoeken in de liefde binnen onze familie

- لم يستطع فهم الجملة.
- لم يفهم معنى الجملة.

Hij kon de zin niet begrijpen.

لم يكن سامي يعلم ما معنى مجتمع الميم.

- Sami wist niet wat lgbt betekende.
- Sami wist niet wat lhbt betekende.

و الإن ترون، أريد أن أبدو و كأن لكلامي معنى

Ik wil het laten lijken, of ik een punt maak,