Translation of "عملت" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "عملت" in a sentence and their dutch translations:

هي عملت.

Zij werkte.

هل عملت البارحة؟

Heb je gisteren gewerkt?

عملت بجد الشهر الماضي.

Ik heb hard gewerkt de laatste maand.

عملت نادلًا لثلاث سنوات.

Ik heb drie jaar als ober gewerkt.

كأم، عملت والدتي بجهدٍ كبير

Mijn moeder werkte heel hard

أنا عملت في هذا المصنع.

- Ik heb in deze fabriek gewerkt.
- Ik werkte in deze fabriek.

عملت على كاميرا بمقدورها فعل هذا...

aan een camera die net dit kan doen --

عملت عملا شاقا لكي أدعم عائلتي.

Ik heb hard gewerkt om mijn familie te onderhouden.

قالت إن ما عملت عليه أغلب الوقت

Zij werkte vooral, zei ze,

من الطريف أنني عندما عملت بحثي عن بوروز ،

De grap is dat toen ik informatie over Burroughs ging zoeken

‫ومن أولئك مقتفي الآثار البارعين‬ ‫الذين عملت معهم في "كالاهاري".‬

...en de meesterspoorvolgers met wie ik werkte in de Kalahari.

- ماذا فعلت هذا الصباح؟ - عملت. قمت بجزّ العشب بجراري. أنا متوتّر جداً.

Wat hebt u vanochtend gedaan? -Gewerkt. Ik heb het gras gemaaid. Ik ben best nerveus.