Examples of using "البارحة" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben hier gisteravond aangekomen.
- Ik heb hem gisteren ontmoet.
- Ik ontmoette hem gisteren.
Hij is gisteren overleden.
- Ik ben er gisteren naartoe gegaan.
- Ik ging daar gisteren heen.
Heb je gisteren gewerkt?
Ik heb haar brief gisteren ontvangen.
Ik had het gisteren druk.
Ik heb Mary gisteren ontmoet.
Gisteren was het koud.
Ik heb gisteren je brief gekregen.
Heeft het gisteren gesneeuwd?
- Waar ben je gisteren geweest?
- Waar was je gisteren?
Gisteren was het mijn verjaardag.
Gisteren heeft mijn oom een hond gekocht.
Gisteren was het koud.
Gisteren was het donderdag.
Tenniste je gisteren?
Ik ben gisteren in Tokio aangekomen.
Ik had een nare droom afgelopen nacht.
Gister werd mijn horloge gestolen.
Ze waren gisteren niet thuis.
Gisteravond gingen we naar de bioscoop.
Was je gisteravond moe?
Hij is gisteren gekomen om u te zien.
Was het bewolkt gisteren in Tokio?
Ik heb de fiets gisteren gerepareerd.
- Ik heb gisteren je brief gekregen.
- Ik heb gisteren uw brief gekregen.
Joe en ik hebben gisteren een leeuw gezien.
Was Ken gisteren thuis?
Gisteren spaties ik naar school, met een foto van een school.
Wat is er afgelopen nacht gebeurd?
- Klopt het dat je er gisteren niet was?
- Is het waar dat je er gisteren niet was?
- Gisteren was het mijn verjaardag.
- Gisteren was mijn verjaardag.
- Ik ging gisteren naar de dierentuin.
- Ik ben gisteren naar de dierentuin gegaan.
Mijn auto is gisteravond gestolen.