Examples of using "Smith" in a sentence and their dutch translations:
Adam Smith had gelijk.
Mijnheer Smith is gekomen.
Smith eiste betaling.
Mevrouw Smith heeft haar tweede kindje ter wereld gebracht.
Ja, mijn naam is Karen Smith.
Meneer Smith is een goede leraar.
Meneer Smith is een kennis van haar.
Je moet in contact blijven met meneer Smith.
Mijnheer Smith leert mij Engels.
Is mevrouw Smith lerares Engels?
Mevr. Smith poetst die kamer.
Boone Smith verplaatst zich graag in luipaarden.
Is juffrouw Smith lerares Engels?
Mevrouw Smith geeft Engels op deze school.
Er werd voor meneer Smith een afscheidsfeestje gehouden.
Meneer Long en meneer Smith praatten met elkaar.
Mijnheer Smith heeft zich nog niet laten zien, hoewel hij beloofd heeft te komen.