Examples of using "Parça" in a sentence and their dutch translations:
Hij nam een stuk krijt.
Ik wil een snoepje.
Hij nam een stuk krijt.
Ik wil een stuk papier.
Geef me er een stukje van.
Hij heeft een stuk van mijn haar afgeknipt.
Geef mij een stuk papier.
Mag ik een hapje?
- Wilt u nog een stuk gebak?
- Wil je nog een stuk cake?
Als je er een beetje schors afhaalt...
Wil je een plakje ham voor me snijden?
Kun je me alsjeblieft een stuk brood geven?
De hond had een stuk vlees in zijn bek.
Breng mij een stukje papier a.u.b.
Tom wilde nog een stukje watermeloen.
Wie wil nog een stuk taart?
Mag ik nog een stuk taart hebben?
Breng mij een stukje papier a.u.b.
- Wilt u nog een stuk gebak?
- Wil je nog een stuk cake?
Zou u nog een stuk taart willen?
Maar ze stelden me een beetje gerust
Het meisje maakte een pop van een stukje stof.
Als het goed gaat, kan ik 2-3 stuks per dag maken.
Of we een bisnummer spelen of niet, hangt van het publiek af.
Ik probeerde een stuk taart en het was heerlijk.
De muis brengt zijn pootjes omhoog alsof hij een stukje voedsel eet,
Mag ik u nog een stukje gebak aanbieden?
Hij geeft niet veel energie maar wel een beetje. Als je er een beetje schors afhaalt...
Toen ik klein was stoorde het me helemaal niet insecten aan te raken. Nu kan ik nauwelijks foto's van hen aanzien.
Ik heb een envelop, papier en een potlood of pen nodig.