Translation of "Iyiyim" in Dutch

0.010 sec.

Examples of using "Iyiyim" in a sentence and their dutch translations:

- Ben iyiyim.
- İyiyim.

- Het gaat mij goed.
- Het gaat goed met mij.
- Mij gaat het goed.
- Ik ben oké.

İyiyim.

- Het gaat mij goed.
- Het gaat goed met mij.

Ben iyiyim.

- Ik ben in orde.
- Ik ben oké.

Teşekkürler, iyiyim.

Dank u, met mij gaat het goed.

İyiyim, teşekkürler.

Goed, dank je.

Ben matematik iyiyim.

Ik ben goed in wiskunde.

Ben kayakta iyiyim.

Ik ben goed in skiën.

İyiyim. Ya sen?

- Goed. En jij?
- Goed. En u?

Ben de iyiyim.

Met mij gaat het ook goed.

İyiyim. Ya siz?

- Goed. En u?
- Met mij gaat het prima. En met jullie?

Ben tenisinde iyiyim.

Ik speel goed tennis.

Matematikte oldukça iyiyim.

Ik ben redelijk goed in wiskunde.

İyiyim, teşekkür ederim.

- Ik ben oké, dank je.
- Ik ben in orde, dank je.

"Nasılsın?" "İyiyim, teşekkürler."

- "Hoe gaat het met u?" "Met mij alles goed, dank u."
- "Hoe gaat het?" "Goed, dank je."

Matematikte çok iyiyim.

Ik ben erg goed in wiskunde.

- Ben iyiyim. Ya sen?
- Ben iyiyim, ya sen?

Met mij gaat het goed en met jou?

Ben iyiyim. Ya sen?

- Met mij gaat het goed. En met u?
- Het gaat goed met me. En met jou?
- Met mij gaat het goed en met jou?

İyiyim, teşekkürler. Ya sen?

Het gaat goed met me, dank u. En met u?

İyiyim, peki ya sen?

Goed. En u?

İyiyim, teşekkürler. Ya siz?

- Goed, en met u?
- Goed, dank u. En met u?

Ben ondan daha iyiyim.

Ik ben beter dan hij.

Ben teniste oldukça iyiyim.

- Ik ben best goed in tennis.
- Ik ben vrij goed in tennis.

Birincisi, konuşmakta iyiyim, konuşmakta kötüyüm.

Eén: Ik ben slecht in praten, ik ben goed in praten.

Ben spagetti pişirmede oldukça iyiyim.

Ik ben aardig goed in het koken van spaghetti.

Ben her zaman matematikte iyiyim.

Ik was altijd al goed in wiskunde.

Şimdi gitmek için ben iyiyim.

Ik ben nu klaar om te gaan.

Ben daha yavaş bir şeyle iyiyim.

ben ik tevreden met iets langzamers.

- Ben şarkı söylemede iyiyim.
- Güzel şarkı söyleyebilirim.

Ik kan goed zingen.

- Çok iyi. Teşekkür ederim.
- Çok iyiyim, teşekkür ederim.

- Heel goed, dankjewel.
- Heel goed, bedankt.
- Heel goed, dank je wel.

Ben iyiyim ama biraz daha ileri gidip şunu söyleyeyim,

Maar ik zou zelfs meer durven te zeggen: