Examples of using "Duran" in a sentence and their dutch translations:
Wie is die man die daar staat?
De jongen die aan deze kant staat is mijn zoon.
Heb je m’n BMW niet zien staan, buiten?
De man die daar staat is mijn vader.
Wie is die man die voor het gebouw staat?
Tom staarde naar het eten op zijn bord.
Ken je het meisje dat aan het raam staat?
Hier zien we twee universa naast elkaar.
Er ligt een boek open op het bureau.
En wie is die gast die naast de piano staat?
We zagen een glad zilveren schijfje over de huizen zweven.
Wie is die vrouw die daar staat?
De kat zit op de stoel en kijkt naar het vlees dat op de keukentafel ligt.
Een vuile adem besmet 't reine glas.