Examples of using "Dönecek" in a sentence and their dutch translations:
Hij is zo terug.
Zij komt zo terug.
Hij komt morgen terug.
Tom komt vandaag.
Tom komt binnenkort weer terug.
Hij gaat terug naar Amerika.
Wanneer komt hij terug?
Bill komt volgende week terug.
Wanneer komt ze terug thuis?
Rond zes uur komt ze terug van school.
Hij zal over een uur terug zijn.
Wanneer wordt het leven weer normaal?
Hij komt binnen enkele dagen naar huis.
Ze is binnen een week terug.
Bob zal om zes uur terug zijn.
Mijn vader komt dit weekend thuis.