Examples of using "Geri" in a sentence and their dutch translations:
Ik kom terug.
- Ik moet terug.
- Ik moet teruggaan.
Ik kom terug.
Laten we teruggaan.
Ga terug.
Achteruit.
Kom terug.
Ik kom terug.
We gaan niet weer terug.
Je bent teruggekomen?
Ik ben weer thuis.
Ik moet teruggaan.
Sukkel!
We komen terug.
- Je moet terug.
- Je moet teruggaan.
- Achteruit.
- Ga achteruit.
- Ik ben zo terug.
- Ik kom terug.
Geef terug.
- Ik ben zo terug.
- In twee tellen ben ik terug.
Hij is naar Japan teruggekeerd.
Achteruit.
Achteruit.
Meteen weer naar beneden.
Hij komt terug.
Hij is zo terug.
De jongen kwam terug.
Ik ga niet terug.
Ze keerde terug naar Japan.
- Keer terug, alsjeblieft.
- Keer terug, alstublieft.
- Ga terug, alsjeblieft.
- Ga terug, alstublieft.
- Achteruit, alsjeblieft.
- Achteruit, alstublieft.
- Stap alsjeblieft terug.
- Stap alstublieft terug.
Ik moet terug.
Kom hier terug.
Dat neem je terug.
Ik wil mijn woordenboek terug.
Ga terug aan het werk.
Ga terug naar bed.
- Wegwezen.
- Ga weg.
- Tom deinsde terug.
- Tom heeft teruggedeinsd.
De studenten zijn teruggekeerd.
Ik zal niet meer terugkomen.
Ik wil dat je weer komt.
Kom weer naar binnen.
- Ga terug naar het laboratorium.
- Ga terug naar het lab.
- Ga terug in het busje.
- Kom terug in het busje.
- Ga maar gewoon naar bed.
- Ga nou maar naar bed.
Ik kom morgen terug.
Hij komt morgen terug.
Ik hoorde dat je terug was.
Ik ben terug naar mijn plaats gegaan.
Ik ga nooit meer terug.
Ze willen het terug.
Ik zal het teruggeven.
We willen het terug.
Zij gaf het woordenboek terug.
Waarom ben je teruggekomen?
We zijn terug uit Australië.
Ga terug naar buiten.
Kom alsjeblieft terug.
Tom schreef niet terug.
Ga terug naar huis.
Ga terug naar huis.
Geef het terug!
- Ik ga terug naar mijn thuisland.
- Ik ga terug naar mijn geboorteland.
- Wijk achteruit, Satan!
- Achteruit, Satan!
- Klootzak!
- Bastaard!
- Eikel!
- Jij klootzak!
Hij komt straks terug.
Ik wil mijn hamer terug.
- Ik kan het niet ongedaan maken.
- Ik kan de klok niet terugdraaien.
Ik ga terug.
Kom snel terug.
Ik ben zo terug.
Sami keerde terug.
- We zouden meer moeten recyclen.
- We zouden meer moeten recycleren.
Ik ben teruggekomen.
Als je het wilt, kan ik terug komen.
Hij kwam terug uit Amerika.
Dat moest ik loslaten.
We maakten van recycling een game.
Zwammen zijn de recyclers van het bos.
...redt de levens van de rest.
van een vijandelijke landing bij Barrosa.
Ney's korps trok zich terug.
in de grond afbreken door de activiteit van microben.
en dan geef je het weer terug.
Gooi de bal terug naar mij.
- Het spijt me. Kunt u zich even omdraaien?
- Het spijt me. Kun je je even omdraaien?
Hij ging de kamer op en neer.
Hij schudde zijn hoofd heen en weer.
- Ik zal gaan als hij terug is.
- Ik ga weg als hij terug is.
Ik kijk ernaar als ik terug kom.
Wanneer is hij teruggekomen?