Examples of using "Bozuldu" in a sentence and their dutch translations:
De bus is kapot!
De boter is bedorven.
De communicatie werd verbroken.
De wasmachine is kapot.
De telefoon deed het weer niet.
Mijn wasmachine is kapot.
Deze bananen zijn bedorven.
Mijn oplader doet het niet meer.
De motor van de auto ging onderweg stuk.
Mijn radio is alweer stuk.
Toms gezondheid is de laatste tijd erg achteruitgegaan.
De auto was kapot, dus moesten ze lopen.
Ik had mijn horloge laten repareren, maar het ging weer kapot.
- Toms auto is vanmorgen defect geraakt op weg naar zijn werk.
- Toms auto ging vanmorgen op weg naar zijn werk kapot.
- Maria's wasmachine raakte defect een week nadat de garantie verlopen was.
- Maria's wasmachine ging kapot een week nadat de garantie vervallen was.