Examples of using "ödevini" in a sentence and their dutch translations:
Heb je je opdracht al gemaakt?
- Maak nu je huiswerk.
- Maak nu je huiswerk!
- Jane maakt haar huiswerk.
- Jane is haar huiswerk aan het maken.
Ben je je huiswerk aan het doen?
Tom maakte zijn huiswerk.
Tussen haakjes, hebt ge uw huiswerk gemaakt?
Ze heeft haar huiswerk gemaakt.
Kate maakte haar huiswerk in de keuken.
- Laat me jouw huiswerk zien.
- Laat me jullie huiswerk zien.
Ga je huiswerk doen.
- Lever je huiswerk in.
- Lever jullie huiswerk in.
- Ik zal de huistaak morgen verbeteren.
- Ik ga het huiswerk morgen corrigeren.
- Tom maakt zijn huiswerk.
- Tom is zijn huiswerk aan het maken.
Jane heeft haar opdracht gemaakt.
Heb je je huiswerk gedaan?
Tom vergat zijn huiswerk te maken.
Wanneer zul je je opdracht afmaken?
Maria maakte haar huiswerk in de keuken.
- Ben je al klaar met je huiswerk?
- Heb je je huiswerk al af?
Hebt gij uw huiswerk al af?
Heb je al je huiswerk afgemaakt?
Ze was druk bezig met haar huiswerk.
- Hebt gij uw huiswerk al af?
- Heb je je huiswerk al af?
Tom maakte zijn huiswerk in de keuken.
Sam heeft zijn huiswerk al gemaakt.
- Heeft iedereen hun huiswerk gemaakt?
- Heeft ieder zijn huiswerk gemaakt?
Heb je het huiswerk zelf gemaakt?
Heb je je huiswerk al gedaan?
- Ik e-mailde Tom zijn huiswerk.
- Ik heb Tom zijn huiswerk ge-e-maild.
Tom heeft nog niet al zijn huiswerk af.
Tom was bijna vergeten zijn huiswerk te maken.
Graag morgen het huiswerk inleveren.
- Hoelang denk je nodig te hebben om je huiswerk af te maken?
- Hoelang denk je dat je nodig hebt om je huiswerk af te maken?
Ik moet ervoor zorgen dat Tom zijn huiswerk maakt.
Zult ge deze namiddag uw huiswerk maken?
Toen ik thuiskwam, was mijn broer zijn huiswerk aan het doen.
Tom maakt niet vaak zijn huiswerk voor het avondeten.
Tom denkt niet dat Mary al haar huiswerk zelf heeft gedaan.
Wat?! Je hebt je huiswerk niet gemaakt vanwege een voetbalwedstrijd? Dat is geen excuus!