Examples of using "Mutfakta" in a sentence and their dutch translations:
Hij is in de keuken.
De kat is in de keuken.
Tom is in de keuken.
Mijn moeder is in de keuken.
De gasten zijn in de keuken.
De cake is in de keuken.
De brand begon in de keuken.
De kok zit in de keuken.
Kijk! De kat is in de keuken.
Wat wordt er in de keuken klaargemaakt?
Er is niemand in de keuken.
Ze is nog steeds in de keuken.
Is pap in de keuken?
Tom is nog steeds in de keuken.
Ik drink water in de keuken.
Tom is waarschijnlijk in de keuken.
Waarom is mijn pa in de keuken?
Tom is alleen in de keuken.
Tom was alleen in de keuken.
Er zijn ratten in de keuken.
Zij zaten in de keuken.
Ik vond dit in de keuken.
- Waarom is pap in de keuken?
- Waarom is mijn pa in de keuken?
Zij praten in de keuken.
Het is warm in de keuken.
Is Tom in de keuken?
Ik hoorde Tom in de keuken.
Zij maakten hun huiswerk in de keuken.
Moeder is in de keuken aan het koken.
Ik heb mama in de keuken geholpen.
Ik hielp mijn moeder in de keuken.
Kate maakte haar huiswerk in de keuken.
Werkt ze in de keuken?
Ik trof haar huilend in de keuken aan.
- Er is een kat in de keuken.
- In de keuken is een kat.
Iedereen at ontbijt in de keuken.
Er is een telefoon in de keuken.
Wat doet Tom in de keuken?
Tom is nu in de keuken.
We ontbijten in de keuken.
Het is erg warm in de keuken.
Tom is eieren aan het koken in de keuken.
Tom is aan het koken in de keuken.
Maria maakte haar huiswerk in de keuken.
Kijk! Er is een kat in de keuken.
Is er een telefoon in de keuken?
Is er een mes in de keuken?
Help me alsjeblieft in de keuken.
Er zijn veel kakkerlakken in de keuken.
Hij kookte wat eieren in de keuken.
Tom maakte zijn huiswerk in de keuken.
Tom hielp Maria in de keuken.
Maria is in de keuken kerstkoekjes aan het maken.
Wie is in de keuken?
Tom helpt Maria in de keuken.
Paula moet haar vader in de keuken helpen.
Tom liet zijn koffiekopje op de keukenvloer vallen.
Tom dacht een muis in de keuken gehoord te hebben.
Tom helpt Maria nooit in de keuken.