Examples of using "öğretir" in a sentence and their dutch translations:
Tom geeft les.
Hij geeft les Engels.
- Tom geeft Frans les.
- Tom geeft les in Frans.
Hij leert ons Engels.
Tom geeft Franse les in Boston.
Tom leert ons Frans.
Mevrouw Jones doceert informatica.
Zou je me wat Frans kunnen leren?
Ga je me tonen hoe je kaas maakt?
Ellende leert brood eten zonder boter.
Hij onderwijst Arabisch.
Behalve Engels geeft hij ook wiskunde.
Tom leert zijn vrienden eenmaal per week Frans.
Ze leert ons Frans.
Kun je me leren vliegen?
Zinnen leren ons veel. Meer dan woorden alleen.
Meneer Kato leert ons Engels.
Armoede zoekt list.