Examples of using "Alegro" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben blij je weer te zien.
- Het verheugt me je terug te zien.
- Ik ben blij om je weer te zien.
- Het doet me plezier je weer te zien.
- Ik ben blij je weer te ontmoeten.
- Ik ben blij u weer te zien.
- Ik ben blij je weer te zien.
- Ik ben blij jullie weer te zien.
- Het verheugt me je terug te zien.
- Het doet me plezier je weer te zien.
- Blij u te zien.
- Het is goed je te zien.
- Het is goed u te zien.
Dat hoor ik graag.
- Ik ben blij jullie weer te zien.
- Ik ben blij om jullie weer te zien.
Ik ben zo blij voor je.
- Ik ben heel blij u te zien.
- Ik ben heel blij je te zien.
Ik ben blij je weer te ontmoeten.
- Ik ben blij je weer te zien.
- Ik ben blij om je weer te zien.
- Ik ben blij u weer te zien.
- Ik ben blij je weer te zien.
- Ik ben blij jullie weer te zien.
- Het verheugt me je terug te zien.
- Het doet me plezier je weer te zien.
- Ik ben blij je weer te zien.
- Ik ben blij om je weer te zien.
- Het doet me plezier je weer te zien.
Ik ben blij dat ik er was.
Ik ben blij jullie weer te zien.
Ik ben zo blij dat je hier bent.
Ik ben blij je te zien.
Ik ben blij dat jullie er allemaal zijn.
Ik ben blij je ontmoet te hebben.
Ik ben blij je weer te zien.
Ik ben heel blij dat ik daar niet was.
Ik ben blij je te zien.
- Ik ben blij je weer te zien.
- Ik ben blij om je weer te zien.
- Ik ben heel tevreden dat de school gedaan is.
- Ik ben erg blij dat school is afgelopen.
- Ik ben blij je te zien.
- Blij u te zien.
Ik ben heel blij je te zien.
- Ik ben blij u weer te zien.
- Ik ben blij je weer te zien.
- Ik ben blij jullie weer te zien.
- Ik ben blij om je weer te zien.
- Het doet mij plezier dat ge terug zijt.
- Het verheugt me je terug te zien.
Ik was blij dat we sinds een lange tijd weer eens hebben kunnen praten. Laten we weer eens praten.