Translation of "Alegro" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Alegro" in a sentence and their dutch translations:

- Me alegro de volver a verte.
- Me alegro de verte de nuevo.
- Me alegro de encontrarte nuevamente.

- Ik ben blij je weer te zien.
- Het verheugt me je terug te zien.
- Ik ben blij om je weer te zien.
- Het doet me plezier je weer te zien.
- Ik ben blij je weer te ontmoeten.

- Me alegro de verlos otra vez.
- Me alegro de volver a veros.
- Me alegro de volver a verte.
- Me alegro de verte de nuevo.

- Ik ben blij u weer te zien.
- Ik ben blij je weer te zien.
- Ik ben blij jullie weer te zien.
- Het verheugt me je terug te zien.
- Het doet me plezier je weer te zien.

Me alegro de verte.

- Blij u te zien.
- Het is goed je te zien.
- Het is goed u te zien.

Me alegro de oírlo.

Dat hoor ik graag.

- Me alegro de verlos otra vez.
- Me alegro de volver a veros.

- Ik ben blij jullie weer te zien.
- Ik ben blij om jullie weer te zien.

Me alegro tanto por ti.

Ik ben zo blij voor je.

Me alegro mucho de verte.

- Ik ben heel blij u te zien.
- Ik ben heel blij je te zien.

Me alegro de encontrarte nuevamente.

Ik ben blij je weer te ontmoeten.

Me alegro de verte de nuevo.

- Ik ben blij je weer te zien.
- Ik ben blij om je weer te zien.

Me alegro de volver a veros.

- Ik ben blij u weer te zien.
- Ik ben blij je weer te zien.
- Ik ben blij jullie weer te zien.
- Het verheugt me je terug te zien.
- Het doet me plezier je weer te zien.

Me alegro de volver a verte.

- Ik ben blij je weer te zien.
- Ik ben blij om je weer te zien.
- Het doet me plezier je weer te zien.

Me alegro de haber estado ahí.

Ik ben blij dat ik er was.

Me alegro de verlos otra vez.

Ik ben blij jullie weer te zien.

¡Cómo me alegro de su visita!

Ik ben zo blij dat je hier bent.

- Me alegro de verte.
- Me alegra verte.

Ik ben blij je te zien.

Me alegro de que estéis todos aquí.

Ik ben blij dat jullie er allemaal zijn.

Me alegro de haberme encontrado con vosotros.

Ik ben blij je ontmoet te hebben.

- Me alegro de volver a verte.
- Me alegra volver a verte.
- Me alegro de verte de nuevo.

Ik ben blij je weer te zien.

Me alegro mucho de no haber estado allí.

Ik ben heel blij dat ik daar niet was.

- Me alegro de verte.
- Estoy feliz de verte.

Ik ben blij je te zien.

- Me alegro de volver a verte.
- Me alegra volver a verte.
- Me alegra verte de nuevo.
- Me alegro de verte de nuevo.

- Ik ben blij je weer te zien.
- Ik ben blij om je weer te zien.

Me alegro mucho de que se haya acabado la escuela.

- Ik ben heel tevreden dat de school gedaan is.
- Ik ben erg blij dat school is afgelopen.

- Estoy contento de verte.
- Me alegro de verte.
- Me alegra verte.

- Ik ben blij je te zien.
- Blij u te zien.

- Estoy muy contento de verte.
- Estoy muy contento de verlos.
- Me alegro mucho de verte.
- Me alegro mucho de veros.
- Estoy muy contenta de veros.

Ik ben heel blij je te zien.

- Me alegro de volver a veros.
- Me alegra volver a verte.
- Me alegra verte de nuevo.

- Ik ben blij u weer te zien.
- Ik ben blij je weer te zien.
- Ik ben blij jullie weer te zien.
- Ik ben blij om je weer te zien.

- Me alegro de volver a verte.
- Me alegra volver a verte.
- Me alegra verte de nuevo.
- Estoy feliz de verte otra vez.
- Me alegra verte de vuelta.

- Het doet mij plezier dat ge terug zijt.
- Het verheugt me je terug te zien.

- Qué bien que hayamos podido hablar después de tanto tiempo. Hablemos otra vez, ¿eh?
- Me alegro de haber podido charlar tras tanto tiempo. Hablemos nuevamente en otra ocasión, ¿vale?

Ik was blij dat we sinds een lange tijd weer eens hebben kunnen praten. Laten we weer eens praten.