Translation of "Nací" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Nací" in a sentence and their dutch translations:

- Yo nací allí.
- Nací allá.

Ik ben daar geboren.

Cuando nací,

In de tijd dat ik werd geboren --

¡Nací así!

Ik ben zo geboren!

Nací en julio.

Ik ben in juli geboren.

Nací en Kioto.

Ik ben in Kyoto geboren.

Nací para quererte.

Ik ben geboren om van jou te houden.

Nací en 1979.

Ik ben geboren in 1979.

Nací en Australia.

Ik ben in Australië geboren.

Nací en Israel.

Ik ben geboren in Israël.

Nací en América.

Ik ben in Amerika geboren.

Nací en Rusia.

Ik ben geboren in Rusland.

Yo no nací ayer.

Ik ben niet van gisteren.

Yo nací en Osaka.

Ik ben geboren in Osaka.

Nací hace 20 años.

Ik ben twintig jaar geleden geboren.

- Ésa es la casa donde nací.
- Ésta es la casa donde nací.

Dit is het huis waar ik ben geboren.

Yo nací y crecí aquí.

Ik ben hier geboren en opgegroeid.

Nací y crecí en Tokio.

Ik ben in Tokio geboren en getogen.

Nací en medio del mar.

Ik ben in het midden van de zee geboren.

Nací en Hiroshima en 1945.

Ik ben in 1945 in Hiroshima geboren.

Nací y crecí en Boston.

Ik ben in Boston geboren en getogen.

En esta casa yo nací.

In dit huis ben ik geboren.

Nací en Turquía de padres kurdos.

Ik ben geboren in Turkije uit Koerdische ouders

Kobe es la ciudad donde nací.

Kobe is de stad waarin ik ben geboren.

Yo nací en Osaka en 1977.

Ik ben in 1977 in Osaka geboren.

- Es el pueblo en el que nací.
- Este es el pueblo en el que nací.

Dit is het dorpje waar ik ben geboren.

- Nací el 10 de octubre de 1972.
- Yo nací el 10 de octubre de 1972.

Ik ben geboren op 10 oktober 1972.

- Nací el 10 de octubre de 1972.
- Yo nací el 10 de octubre de 1972.
- Yo nací el día 10 de octubre de 1972.

Ik ben geboren op 10 oktober 1972.

- Nací el 10 de octubre de 1972.
- Yo nací el día 10 de octubre de 1972.

Ik ben geboren op 10 oktober 1972.

Nací el veintidós de junio de 1974.

Ik ben geboren op tweeëntwintig juni 1974.

Aquí es donde nací y me crie.

Hier ben ik geboren en getogen.

Nací el 10 de octubre de 1972.

Ik ben geboren op 10 oktober 1972.

Nací el año en que terminó la guerra.

Ik ben geboren in het jaar dat de oorlog eindigde.

Nací en Argentina, pero fui educado en Brasil.

Ik ben in Argentinië geboren, maar in Brazilië naar school gegaan.

Éste es el hospital en el que nací.

Dit is het ziekenhuis waarin ik ben geboren.

Nací en México un bonito mes de mayo.

Ik werd op een mooie dag in mei in Mexico geboren.

Nací en Osaka, pero me crié en Tokio.

Ik ben geboren in Osaka, maar opgegroeid in Tokio.

Este es el pueblo en el que nací.

Dit is het dorpje waar ik ben geboren.

Nací el 23 de marzo de 1969 en Barcelona.

Ik ben geboren op 23 maart 1969, in Barcelona.

No conozco el lugar exacto en el que nací.

- Ik weet niet precies waar ik geboren ben.
- Ik weet niet juist waar ik geboren ben.

Nací en Barcelona el 23 de marzo de 1969.

Ik ben geboren op 23 maart 1969, in Barcelona.

Esta es la casa en la que nací y crecí.

Dat is het huis waar ik geboren ben en waar ik opgroeide.

- No conozco el lugar exacto en el que nací.
- No conozco el lugar exacto de mi nacimiento.

Ik weet niet precies waar ik geboren ben.