Examples of using "Allí" in a sentence and their dutch translations:
Leg het daar.
- Ik ben er gisteren naartoe gegaan.
- Ik ging daar gisteren heen.
Daar is hij.
Daarboven.
Stuur mij naar daar.
Ik ben daar.
Kijk daar!
Ik ben erheen gegaan.
- Was je daar?
- Was u daar?
- Zet het daar maar neer.
- Leg het daar maar neer.
- Plaats het daar.
Ja, daar.
Een moment!
Leg het daar.
Laten we daar naar binnen gaan.
Ze zijn daar.
- Er was niemand aanwezig.
- Er was daar niemand.
Wacht daar op mij.
Dit gaat daarop.
Ik ga er alleen heen.
We hebben daar rustig gewacht.
Wie zal er zijn?
- Ik wil daarheen gaan.
- Ik wil daarnaartoe gaan.
Kunnen we daarheen gaan?
U mag gaan.
We zien elkaar daar.
Ik ontmoet je aldaar.
Ik dacht dat ik u daar zou vinden.
Ze zijn er niet.
Er was daar niemand.
Ze wonen daar.
We zijn er bijna.
Wie gaat ernaartoe?
Ik ben er binnen een minuut.
Het sneeuwt daar.
Ik ging daar gisteren heen.
Ze moet daarnaartoe.
Ik ga daar niet meer heen.
Hoelang gaat het duren om daar te komen?
Hij gaat daar elke dag naartoe.
Wat is daar precies gebeurd?
Tom wil daar ook heen gaan.
Daar komt er een aan.
Daar is ze, daar beneden.
Ik wilde daarnaartoe gaan.
Teken hier!
Ik ben daar al geweest.
Ze is daar niet heen gegaan.
Ik arriveerde daar te vroeg.
We zijn er nog niet.
Daar wil ik niet nog eens heen.
Niemand wil daarheen.
Laten we daar een fiets huren.
Hoe lang ben je daar gebleven?
Blijf hier.
- De jouwe is daar.
- Die van jou is daar.
Hoe laat is het bij jou?
Hij was er alleen.
Ik was er niet.
Tom gaat daar morgen naartoe.
We zijn daar drie maanden gebleven.
Hij ging daarnaartoe om Engels te leren.
Je ziet hier een trolley.
Daar is een grote open plek.
Ziet eruit als een deur, voor me.
Ik weet niet hoelang die daar al zit.
Niet bewegen, blijf hier.
Er glinstert daar iets.
Is het daar? Richting die keien?
En dan moet je voorzichtig zijn.
Is het daar? Richting die keien?
Maar Bödvar is er niet!
Ze wonen daar.