Translation of "Comida" in Dutch

- La comida!
- ¡Comida!

Eten!

- Esto es comida.
- Es comida.

- Dit is eten.
- Dit is voedsel.

Traed comida.

Breng eten.

Es comida.

Het is eten.

Tenemos comida.

We hebben eten.

Preparamos comida.

Wij maakten eten klaar.

- Comes mucha comida chatarra.
- Comés mucha comida chatarra.
- Comen mucha comida chatarra.

Je eet te veel ongezond voedsel.

- La comida está lista.
- La comida está servida.

Het eten is klaar.

- Nuestra comida es barata.
- Nuestra comida es económica.

Ons eten is goedkoop.

Estoy buscando comida.

Ik ben op zoek naar voedsel.

Hay bastante comida.

Er is genoeg voedsel.

Cómete tu comida.

- Eet je voedsel op.
- Eet uw voedsel op.

No queda comida.

- Er is niets meer om te eten.
- Er is geen eten over.

Ella vende comida.

Ze verkoopt eetwaren.

Preparamos nuestra comida.

Wij maakten ons eten klaar.

No tengo comida.

Ik heb geen eten.

Extrañaré tu comida.

Ik zal uw kookkunst missen.

Haremos la comida.

- We gaan koken.
- Wij zullen koken.

Tenemos suficiente comida.

We hebben genoeg dingen om te eten.

Transporté comida, puse comida en árboles dentro de ellos,

...ik heb er eten mee gedragen en eten mee in de bomen gehangen.

- Nos quedamos sin comida.
- Se nos agotó la comida.

Ons voedsel raakte op.

- Es mi comida favorita.
- Esa es mi comida favorita.

- Dit is mijn lievelingskost.
- Dat is mijn lievelingsgerecht.

- ¿Cuál es tu comida favorita?
- ¿Cuál es vuestra comida favorita?
- ¿Cuál es su comida favorita?

- Wat is je lievelingseten?
- Wat is jouw lievelingseten?

La comida taiwanesa es más suave que la comida india.

Taiwanees eten is milder dan Indiaas eten.

- ¿Cuál es tu comida favorita?
- ¿Cuál es tu comida preferida?

Wat is jouw lievelingseten?

- Esta comida no es sana.
- Esta comida es poco saludable.

Dit voedsel is ongezond.

A propósito de comida,

Nu het toch over eten gaat:

Para hacer comida, "autótrofo".

om voedsel te maken – ‘autotroof’.

Calor, comida y seguridad.

Warmte, voedsel... ...en veiligheid.

Es mi comida favorita.

Het is mijn lievelingseten.

La comida está fría.

Het eten is koud.

Come despacio la comida.

Eet langzaam.

La comida es terrible.

Het eten is verschrikkelijk.

La comida está incluída.

Het eten is inbegrepen.

Siempre critica la comida.

Hij beklaagt zich altijd over het eten.

¿Le gustó la comida?

Vond je de maaltijd lekker?

La comida está lista.

Het eten is klaar.

Nuestra comida es barata.

Ons eten is goedkoop.

Ella está comprando comida.

Ze koopt eten.

Permíteme pagar la comida.

Laat mij voor het eten betalen.

Necesitan comida y agua.

Ze hebben eten en water nodig.

¿Está lista la comida?

Is het eten klaar?

No les daré comida.

Ik zal hun geen eten geven.

- La comida estaba para chuparse los dedos.
- La comida estaba como para chuparse los dedos.
- La comida estaba de rechupete.

Het eten was om duimen en vingers af te likken.

Esto significa comida. Significa energía.

Dit betekent voedsel. Dit betekent energie.

Esto es... ...una comida nutritiva.

Dat betekent een voedzame maaltijd.

¿Es acaso la pésima comida?

Is het het waardeloze eten?

Siempre preocupado por la comida,

altijd bezorgd om voedsel

Es hora de buscar comida.

Het is tijd om voedsel te zoeken.

Otra comida potencial es atraída.

Er wordt nog een potentiële maaltijd gelokt.

Le gusta la comida italiana.

Hij houdt van Italiaans eten.

Se nos agotó la comida.

Ons voedsel raakte op.

¿Te gusta la comida indonesia?

Hou je van Indonesisch eten?

Acá solo vendemos comida congelada.

Hier verkopen we alleen ingevroren voedsel.

¿Hay carne en esta comida?

Zit er vlees in dit eten?

La comida italiana fue deliciosa.

Het Italiaanse eten was heerlijk.

¿Te gusta la comida picante?

Hou je van heet eten?

Les dio comida y dinero.

Hij gaf hen eten en geld.

Gracias por la espléndida comida.

Bedankt voor het wonderbaarlijke eten.

Muchísimas gracias por la comida.

Hartelijk bedankt voor het eten.

¿Te gusta la comida italiana?

- Hou je van Italiaans eten?
- Houdt u van Italiaans eten?
- Houden jullie van Italiaans eten?

La comida aquí es pésima.

Het eten hier is verschrikkelijk.

Me dio comida y dinero.

- Hij gaf mij voedsel en geld.
- Hij gaf me eten en geld.

Esta comida está muy salada.

Dat eten is te zout.

Gracias por la deliciosa comida.

Bedankt voor de heerlijke maaltijd.

Ese restaurante sirve comida excelente.

Dat restaurant serveert uitstekend eten.

¿Cuál es su comida favorita?

Wat is je lievelingseten?

Ella salió a comprar comida.

Ze ging uit om iets te eten te kopen.

Yo crecí comiendo comida japonesa.

Ik ben opgegroeid met de Japanse keuken.

Me encanta la comida italiana.

Ik hou van Italiaans eten.

¿Cuál es tu comida favorita?

Wat is je lievelingseten?