Examples of using "Iris" in a sentence and their dutch translations:
Zon en regen, regenboog.
Iris, wat eet je meestal voor het ontbijt?
Ik heb nog nooit een regenboog gezien.
Kijk de regenboog! Loof zijn Schepper!
De nieuwe brug werd Rainbow Bridge genoemd.
- De regenboog heeft zeven kleuren.
- Een regenboog heeft zeven kleuren.
Een regenboog is een zevenkleurige boog in de lucht.
In mijn wereld is iedereen een pony en eten ze allemaal regenbogen en poepen vlinders.