Translation of "Fortuna" in Dutch

La fortuna es ciega.

- Het lot is blind.
- Geluk is blind.

Por fortuna pudieron escapar.

Gelukkig konden zij ontsnappen.

Juan heredó una gran fortuna.

John erfde een groot fortuin.

Este diamante cuesta una fortuna.

Deze diamant kost een fortuin.

La fortuna sonríe a los valientes.

Het geluk staat de dapperen bij.

Le dejó su fortuna a su hijo.

- Hij liet zijn vermogen aan zijn zoon.
- Hij liet zijn fortuin aan zijn zoon na.

Él le dejó una fortuna a su hijo.

Hij liet zijn zoon een fortuin na.

Él le heredó una fortuna a su hijo.

Hij heeft een fortuin nagelaten aan zijn zoon.

Tom tiene una gran fortuna pero no es feliz.

Tom bezit een groot fortuin, maar hij is niet gelukkig.

Pero, incluso con luna llena, la fortuna puede cambiar rápidamente.

Maar zelfs onder een volle maan kan je geluk snel keren.

- La audacia ayuda a la suerte.
- La fortuna sonríe a los valientes.

Het geluk staat de dapperen bij.

- Este diamante cuesta un ojo de la cara.
- Este diamante cuesta una fortuna.

Deze diamant kost een fortuin.

Como muchos otros animales, su fortuna está ineludiblemente ligada a las fases de la luna.

Net zoals veel andere dieren... ...hangt hun slagingskans af van de fases van de maan.

La primera rueda de la fortuna del mundo fue construida en Chicago. Fue llamada en honor a su constructor, George Washington Gale Ferris Jr.

Het eerste reuzenrad ter wereld werd gebouwd in Chicago. Het is genoemd naar zijn bouwer George Washington Gale Ferris jr.