Translation of "Empecé" in Dutch

0.010 sec.

Examples of using "Empecé" in a sentence and their dutch translations:

Empecé a hablar.

Ik begon te praten.

Empecé a llorar.

Ik begon te huilen.

Empecé a sangrar.

Ik begon te bloeden.

Empecé a usar imágenes.

ik begon met afbeeldingen.

Empecé a estudiar esperanto.

Ik ben begonnen Esperanto te leren.

Empecé a ver cosas extraordinarias.

Ik begon bijzondere dingen te zien.

Empecé a escribir el libro.

Ik begon het boek te schrijven.

Ayer empecé un nuevo libro.

Ik ben gisteren aan een nieuw boek begonnen.

- La semana pasada empecé a aprender chino.
- Empecé a estudiar chino la semana pasada.

De vorige week ben ik begonnen Chinees te leren.

De hecho, empecé a sentirme mejor.

ging ik me beter voelen.

Empecé a ejercer en el 2003,

Ik begon met praktijk in 2003

Cuando empecé a probar mis sensores

Ik begon met het testen van mijn sensoren

Recién empecé a usar este sitio.

Ik ben pas net begonnen met het gebuiken van deze site.

Curiosamente, empecé a ver casi perfectamente natural

begon ik het vreemd genoeg als bijna perfect natuurlijk te zien

Empecé a estudiar chino la semana pasada.

De vorige week ben ik begonnen Chinees te leren.

Empecé a pensar qué podía hacer para ayudar.

vroeg ik me af hoe ik zou kunnen helpen.

En 2015 empecé japonés, lo dejé, aprendí español,

In 2015 begon ik met Japans, stopte, leerde Spaans, keerde terug

- Empezaba a aprender esperanto.
- Empecé a estudiar esperanto.

Ik ben begonnen Esperanto te leren.

Resulta curioso que cuando empecé a investigar a Burroughs,

De grap is dat toen ik informatie over Burroughs ging zoeken

Empecé la aventura de aprender idiomas con el hebreo,

Als eerste vreemde taal heb ik Hebreeuws geleerd,

Que empecé a asustarme ante la posibilidad de perderlo.

dat ik in paniek raakte bij de gedachte het te verliezen.

Empecé a usar la comida para adormecer mi dolor.

Ik begon te eten om mijn pijn te verdoven.

Empecé a trabajar para esta compañía el año pasado.

Vorig jaar ben ik voor deze firma gaan werken.

Empecé a dudar de la exactitud de su declaración.

Ik begon te twijfelen aan de waarheid van zijn getuigenis.

Empecé a tocar el tambor cuando era muy chico.

Ik begon met drummen toen ik nog heel jong was.

Ese primer año empecé a notar un par de cosas.

In dat eerste jaar, besefte ik een aantal dingen.

Han pasado seis años desde que empecé a estudiar inglés.

Het is zes jaar geleden dat ik begonnen ben Engels te studeren.

- Acabo de comenzar a estudiar esperanto.
- Empecé a estudiar esperanto.

Ik ben begonnen Esperanto te leren.

Volví y empecé japonés de nuevo, ya que es un idioma interminable.

en begon opnieuw met Japans, omdat Japans eindeloos is.

Me quité el calzado, empecé a bajar a pie por el sendero,

Ik deed mijn klimschoenen uit en begon terug te wandelen.

Empecé a pensar en mi propia muerte y en mi propia vulnerabilidad.

Je begint na te denken over je eigen dood en kwetsbaarheid.

Empecé en el sur de Louisiana con la Nación Unida de los Houma.

Ik begon in Zuid-Louisiana, met de United Houma Nation.

Después de un par de minutos empecé a perder interés en la conversación.

Na enige minuten begon ik interesse in het gesprek te verliezen.

Empecé una lista de todas las cosas que ya no tengo que hacer.

Ik begon een lijst te maken van dingen die ik niet meer hoefde te doen.

- Comencé a jugar golf muchos años atrás.
- Empecé a jugar al golf hace años.

Ik ben golf beginnen te spelen, jaren geleden.

- La semana pasada empecé a aprender chino.
- La semana pasada comencé a aprender chino.

De vorige week ben ik begonnen Chinees te leren.

Y tomé mi cámara de nuevo y empecé a hacer lo que amo y lo que sé hacer.

Ik pakte mijn camera weer... ...en begon datgene te doen waarvan ik hou.