Examples of using "Aprender" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb slechts drie doelen in het leven: leren, leren en leren.
kon ik leren.
Ik wil leren.
Ik wil Roemeens leren.
Koreaans leren is moeilijk.
Je bent Esperanto beginnen te leren.
Ik moest alles leren.
Ik wil Hebreeuws leren.
Ik wil graag Frans leren.
Ik wil Iers leren.
Onderwijzen is leren.
Ik probeer Engels te leren.
Ik zou Frans moeten leren.
Ik wil karate leren.
Ik zou willen Hebreeuws leren.
Ik wil Engels leren.
Moet ik Esperanto leren?
Ik wil Russisch leren.
- Ik wil graag leren dansen.
- Ik wil leren dansen.
Je bent Esperanto beginnen te leren.
- Wanneer zijt ge begonnen met Duits te leren?
- Wanneer ben je begonnen Duits te leren?
Je moet leren geduldig te zijn.
Het is moeilijk om een vreemde taal te leren.
- Ge moet leren uit uw fouten.
- Je moet leren van je eigen fouten.
- Het is nooit te laat om te leren.
- Niemand is te oud om te leren.
- Je bent nooit te oud om te leren.
- Men is nooit te oud om te leren.
Hij is begonnen met Engels te leren.
Ik wil leren dansen.
Ik wil leren zwemmen.
- Ik vind het leuk om talen te leren.
- Ik vind talen leren leuk.
- Ik hou van talen leren.
Ik moet Japans leren.
- Ik heb er vandaag voor gekozen Esperanto te leren.
- Ik heb vandaag besloten Esperanto te leren.
We hebben nog veel te leren.
Fins leren kost tijd.
Ik probeer Engels te leren.
Het is leuk om Esperanto te leren.
Engels leren vereist geduld.
Is het moeilijk om Frans te leren?
Ik probeer Frans te leren.
Ik ga Duits leren.
Ik ga Frans leren.
Is het moeilijk om Frans te leren?
Ik wil dat lied leren.
Ik ben hier om te leren.
Je bent Esperanto beginnen te leren.
Is het moeilijk om Mandarijn te leren?
Het is niet gemakkelijk om te leren..
Het is makkelijk te leren.
Je moet leren van je eigen fouten.
Je bent nooit te oud om te leren.
- Niemand is te oud om te leren.
- Je bent nooit te oud om te leren.
Of je wilt of niet, je moet Engels leren.
- Het is nooit te laat om te leren.
- Niemand is te oud om te leren.
- Men is nooit te oud om te leren.
- Ge moet Engels leren, of ge wilt of niet.
- Of je wilt of niet, je moet Engels leren.
Hij ging daarnaartoe om Engels te leren.
- Niemand is te oud om te leren.
- Je bent nooit te oud om te leren.
Want van data kun je leren,
Hij probeerde Frans te leren.