1. Home
  2. Translation in context
  3. Spanish-Dutch
  4. Decide

Translation of "Decide" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Decide" in a sentence and their dutch translations:

- Decide tú.
- Tú decides.

- Jij beslist.
- Jij bepaalt.
- U bepaalt.
- U beslist.
- Jullie bepalen.
- Jullie beslissen.

No te apresures, decide tranquilamente.

Niet te vlug: beslis in alle kalmte.

Raimundo decide entonces no detenerse a esperar.

Raymond besluit om niet te gaan zitten wachten.