Examples of using "David" in a sentence and their dutch translations:
David is zeer actief.
David is erg aantrekkelijk.
David Beckham is Engels.
David is thuis.
David Beckham woont nu in Amerika.
David heeft zoveel vriendinnen dat hij niet al hun namen kan onthouden.
David heeft zoveel vriendinnen dat hij niet al hun namen kan onthouden.
Sommigen denken dat de Britse koninklijke familie afstamt van koning David.
De minister-president van IJsland, Sigmundur Davíð Gunnlaugsson, trad af nadat het onthuld was dat zijn vrouw een offshore investeringsbedrijf had.