Examples of using "Dale" in a sentence and their dutch translations:
Geef hem tijd.
Geef hem een aframmeling!
- Geef Tom een kus.
- Geef Tom een zoen.
Doe haar de groeten van mij.
Geef de restjes aan de hond.
Geef Tom zijn sleutels.
- Geef Tom zijn kleingeld.
- Geef Tom zijn wisselgeld.
Als ze te laat komt, geef haar dan deze boodschap.
Geef deze kopie aan Tom.
Geef een mens een masker, en hij zal de waarheid zeggen.
Geef hem het bericht wanneer hij terugkomt.
Geef altijd voorrang aan voertuigen die van rechts komen.
Geef elke dag de kans om de mooiste dag van je leven te worden.
Neem je ontbijt alleen, neem het middagmaal met je vriend en geef je avondmaal aan je vijand.
Als je hem een vinger geeft, neemt hij de hele hand.