Translation of "California" in Dutch

Me encanta California.

Ik hou van Californië.

Su esposa viene de California.

Zijn vrouw komt uit Californië.

Japón importa naranjas desde California.

Japan importeert sinaasappelen uit Californië.

La Tía Thea fue donde sus nietos en California.

Tante Thea reed naar haar kleinkinderen in Californië.

Ella nació en 1946, el 19 de agosto, en California.

Ze is geboren op 19 augustus 1946 in Californië.

Y Uds. que viven en California lo han visto en sus granjas.

Wie in Californië woont, heeft dat meegemaakt op hun boerderijen.

Esto fue en El Capitán, en el Parque Nacional de Yosemite en California

Dat was dus El Capitan in Yosemite National Park in Californië