Examples of using "¡puedes" in a sentence and their dutch translations:
- Je mag gaan.
- Jullie mogen gaan.
- U mag gaan.
Kan je lopen?
- Kan je me het leren?
- Kunnen jullie me het leren?
- Kan u me het leren?
Kun je het oppakken?
Je kunt het!
Kan je me helpen?
- Je kunt het!
- Jullie kunnen het.
Je kan hier parkeren.
- Kan je lopen?
- Kunt u stappen?
- Kunt u lopen?
Kun je ze zien?
Kun je het oppakken?
- Je mag zwemmen.
- U mag zwemmen.
- Jullie mogen zwemmen.
Kan je komen?
- Kunt u dat bewijzen?
- Kan je het bewijzen?
Kan je het vinden?
- U kunt komen.
- Je kunt komen.
- Jullie kunnen komen.
Kan je dit beantwoorden?
Kun je het mij kwalijk nemen?
- Kun je erbij komen?
- Kun je het bereiken?
Kun je hem bereiken?
Kun je het openen?
Kun je me dat laten zien?
Je mag gaan.
- Kan je het zien?
- Kun je het zien?
- Kunt u het zien?
- Kunnen jullie het zien?
Kun je het aan mij geven?
Kunt ge hen zien?
Kan je het ruiken?
Kan je me helpen?
Kan je me het leren?
- Je mag me jijen.
- Je mag me tutoyeren.
Je kunt binnenkomen.
Kun je het openen?
Je kunt het!
- Kan jij skiën?
- Kunt u skiën?
- Kunnen jullie skiën?
Kun je het zachter zetten?
Kun je antwoorden?
Kun je verder gaan?
Kun je me dat laten zien?
- Kun je helpen?
- Kunnen jullie helpen?
- Je kan helpen.
- U kan helpen.
- Jullie kunnen helpen.
Kan je lezen?
Kun je dat leveren?
Nog een keer alstublieft.
Kun jij dit herhalen?
Kan je mij vergeven?
- Kun je het geloven?
- Kun je dat geloven?
- Je kunt nee zeggen.
- Je kunt weigeren.
Je mag iets zeggen.
Kun je ademen?
- Je kunt uitrusten.
- Je kan uitrusten.
Kunt ge het laten herstellen?
- Kan je dat nog eens zeggen?
- Kunt u dat nog eens zeggen?
- Kan je dat herhalen?
- Zouden jullie dat kunnen herhalen?
- Je kan hier parkeren.
- U kunt hier parkeren.
- Jullie kunnen hier parkeren.
- Je kunt gaan als je wilt.
- U kunt gaan als u wilt.
- Jullie kunnen gaan als jullie willen.
- Hoe laat kun je komen?
- Hoe laat kunt u komen?
- Hoe laat kunnen jullie komen?
- Kunt u me helpen?
- Kan je me helpen?
- Kunt u mij helpen?
- Kun je me leren stelen?
- Kun je me leren vliegen?
- Kun je het mij vertellen?
- Kun je het me zeggen?
Kan je Tom even helpen?
...als je kan spellen.
Wat kan jij ons leren?
Kan je ver kijken?
Mag dat wel?
Je kan niet verliezen.
- Kun je dat vertalen?
- Kan je het vertalen?
- Ge kunt toch dansen, ja?
- Je kan dansen, nietwaar?
- Je mag nu binnenkomen.
- Nu mag je binnenkomen.
Wanneer kunt ge komen?
- Kan je morgen beginnen?
- Kun je morgen beginnen?
U mag gaan.
- Natuurlijk mag dat.
- Natuurlijk mag je dat.
Kan je morgen komen?
Je kan me niet verslaan.
Je mag blijven.
- Kom als ge kunt.
- Kom als je kunt.