Translation of "ёлку" in Dutch

- Давай нарядим ёлку!
- Давай наряжать ёлку!
- Давайте нарядим ёлку!
- Давайте наряжать ёлку!
- Нарядим ёлку!

Laat ons de kerstboom versieren.

- Давай наряжать ёлку!
- Давайте наряжать ёлку!

Laat ons de kerstboom versieren.

- Когда вы убираете ёлку?
- Когда ты убираешь ёлку?

- Wanneer haal je je kerstboom neer?
- Wanneer haalt u uw kerstboom neer?
- Wanneer haal jullie je kerstboom neer?

Поставим ёлку здесь.

Laten we de kerstboom hier neerzetten.

- Том помог маме нарядить ёлку.
- Том помогал маме наряжать ёлку.

Tom hielp zijn moeder met het versieren van de kerstboom.

- Том и Мэри нарядили ёлку.
- Том и Мэри наряжали ёлку.

- Tom en Maria versierden de kerstboom.
- Tom en Maria hebben de kerstboom versierd.

Когда вы наряжаете ёлку?

- Wanneer zet je je kerstboom op?
- Wanneer zet u uw kerstboom op?
- Wanneer zetten jullie jullie kerstboom op?

- Том помог Мэри нарядить рождественскую ёлку.
- Том помог Мэри нарядить ёлку.

Tom hielp Maria met het versieren van haar kerstboom.

Давайте поставим рождественскую ёлку здесь.

Laten we de kerstboom hier neerzetten.

Я помог Тому нарядить ёлку.

Ik heb Tom geholpen met het versieren van zijn kerstboom.

Том положил подарки под ёлку.

Tom heeft de cadeaus onder de kerstboom gelegd.

Мы положили рождественские подарки под ёлку.

We hebben de kerstcadeautjes onder de boom gelegd.

Каждая семья на Новый год наряжает ёлку.

Alle families versieren een spar met Kerstmis.

- Том до сих пор не убрал новогоднюю ёлку.
- У Тома до сих пор стоит ёлка.

Tom heeft nog steeds zijn kerstboom niet neergehaald.