Examples of using "съездить" in a sentence and their dutch translations:
Haar droom is om Parijs te bezoeken.
Ik wil naar Tokio gaan.
- Waarom ga je niet naar Malta?
- Waarom gaat u niet naar Malta?
- Waarom gaan jullie niet naar Malta?
Ooit wil ik Boston nog eens bezoeken.
Ik wil Zuid-Korea bezoeken.
Ooit zou ik graag naar Frankrijk gaan.
Ik wil met mijn gezin naar Australië gaan.
Ooit zou ik graag naar Frankrijk gaan.
Ik zou graag ooit eens naar het buitenland trekken.
Ik wil ooit naar Boston gaan.
- Ooit zou ik graag naar Frankrijk gaan.
- Ik zou graag Frankrijk eens willen bezoeken.
- Ik denk erover na om naar Australië te gaan.
- Ik overweeg naar Australië te gaan.
Ik wil Estland bezoeken.
Is er een plek waar je naartoe wilt gaan?
Ik wil naar Japan gaan.
Tom wil Boston bezoeken.
Ik denk erover naar het buitenland te gaan.
Ik vind dat hij daarnaartoe moet gaan.
Ik wil naar de stad gaan.
Ik zou moeten naar Parijs rijden.
Het is mijn droom naar Japan te gaan.
Tom besloot naar Boston te gaan.
Ik wilde nog een keer naar België gaan, zo lang het land nog bestond.
Ik wil naar Hawaï.
Ik moet erheen.
Tom zei dat hij de kerstman op de Noordpool wilde bezoeken.
Ik wil naar Zweden gaan.
Ik wil naar Japan gaan.
Ik wil naar Kyoto gaan.
Ik wil naar Tokio gaan.
Ik wil naar Londen gaan.
Ik wil naar Amerika gaan.
Ik wil naar Duitsland gaan.
Ik wil naar Italië gaan.
Ik wil naar Bali gaan.
Ik wil naar Korea gaan.
Ik wil naar Seattle gaan.
Tijdens de vakantie zal ik naar Frankrijk gaan.
Het is mijn droom naar Japan te gaan.
Ik wil naar het buitenland.
Ik zou graag Frankrijk eens willen bezoeken.
- Het is beter als je weggaat.
- Je kan maar beter gaan.
- Ik wil daarheen gaan.
- Ik wil daarnaartoe gaan.
Tom kan morgen gaan.
Ik wil naar Lviv...
Ik wil naar Noord-Korea gaan.
Ik wil naar India gaan.
Ik moet naar Boston.
Ik wil naar Amerika gaan.
Ik moet erheen.
We moeten daar samen heengaan.
Ik wilde daarnaartoe gaan.