Examples of using "слышно" in a sentence and their dutch translations:
- Ik kan u heel goed horen.
- Ik hoor u heel goed.
- Ik hoor je luid en duidelijk.
We kunnen horen.
Ik kan het niet horen.
- Ik kan hem niet horen.
- Ik kan haar niet horen.
Kan je ons horen?
Horen jullie ze?
Kan je me nu horen?
- Kun je dat horen?
- Hoor je dat?
- Kun je me horen?
- Kan je me horen?
Ik kon niets horen.
We kunnen de hond horen blaffen.
Ik kan je niet goed horen.
- Ik kan u heel goed horen.
- Ik hoor u heel goed.
Het is zo stil, dat je een naald kan horen vallen.
Ik hoor een kat aan het venster krabben.
We konden niet horen wat Tom zei.
Ik kon alles horen.
Kun je me horen, Tom?
Ik kan hem niet horen.
Men kan vanaf hier de oceaan horen.
Ik kan jullie niet horen.
Ik kon hem niet horen.
We kunnen de hond horen blaffen.
Ik kan haar niet horen.
- Ik kan je amper verstaan.
- Ik kan u nauwelijks horen.