Examples of using "работа" in a sentence and their dutch translations:
Mijn werk is gedaan.
Dat is je werk.
Goed gedaan, jij.
Goed gedaan.
Goed werk.
Al doende leert men.
Hoe bevalt je baan?
Bravo!
- Het werk is af.
- Het werk is gedaan.
Nog meer werk?
Kleren wassen is mijn taak.
Ik heb echt een baan nodig.
Het werk begint hier.
Het werk kan wachten.
Het werk is bijna klaar.
Het werk gaat voor.
Het werk is half gedaan.
Het is mijn baan.
Het werk is bijna klaar.
Ik heb een baan nodig.
Het werk is voor de helft gedaan.
- Mijn werk is gedaan.
- Mijn werk is voltooid.
Hoe is je nieuwe baan?
Kleren wassen is mijn taak.
Dat is je werk.
Het is een droomjob.
Is het een moeilijk werk?
Goede keuze. Hard werken.
zoals onze banen, onze kinderen,
Het is een erg stressvolle baan.
Bill werkt in de autoverkoop.
Ik hou van mijn werk.
Tom houdt van z'n werk.
Het werk hier is vrij eenvoudig.
Ik heb een betere baan nodig.
Het werk is gedaan.
Tom heeft nog werk nodig.
- Waar is jouw huiswerk?
- Waar is uw huiswerk?
Ik heb geen baan nodig.
Werkt hij?
- Goed werk!
- Mooi gedaan!
- Chapeau!
- Bravo!
Tom heeft een ingewikkelde job.
Ik heb een goede baan nodig.
Werken maakt ons sterker.
- Ik heb mijn werk bijna af.
- Mijn werk is bijna voltooid.
Goed werk!
Goed werk, we hebben het gered.
Het is onze taak,
Ben je tevreden met je nieuwe werk?
Het schilderij is het werk van een Nederlandse meester.
Ik hou van mijn nieuwe job.
Ik dacht dat het mijn werk was.
Een vrouw gelukkig maken, dat is geen eenvoudige taak.
Mijn zus heeft een baan.
Ons werk houdt nooit op.
Het is de beste baan ter wereld!
Mijn werk is nog niet af.
Tom heeft toch een baan?
Dat werk past mij niet.
Het is erg, erg hard werk.
- Tom heeft een heel belangrijke taak.
- Tom heeft een heel belangrijke baan.
Werk maakt vrij.
Je werk interesseert me veel.
Mijn werk is zo goed als klaar.
Ik heb mijn eigen baan.
- Ik wil dat het werk vlug gedaan is.
- Ik wil dat het werk snel wordt gedaan.
Goed werk. We geven nooit op.
Dit gaat een hoop mensen helpen. Dus, goed werk.
Daar horen pauzes bij.
Ik heb een werkje voor jou.
- Dat werk staat mij niet aan.
- Dat is geen werk voor mij.
Dit huiswerk is moeilijk voor mij.
Hoe gaat alles op werk?
Ik wil dat het werk vlug gedaan is.
Ik heb de slechtste baan van de wereld.
- Maar hij had een job nodig.
- Maar hij had een baan nodig.
Goed werk. De woestijn overleven is niet eenvoudig...
Artiest is het mooiste beroep ter wereld.
Werk komt uit het hoofd;
We hebben werk te doen.
Tom vroeg mij of ik mijn nieuwe job leuk vind.
Wat is nou belangrijker, ik of je baan?
Wat is nou belangrijker, ik of je baan?
Werk maakt vrij.