Examples of using "учит" in a sentence and their dutch translations:
Al doende leert men.
Hij studeert Engels, maar hij studeert ook Duits.
Hij studeert Chinees.
- Zij leert Esperanto.
- Ze leert Esperanto.
- Ze is Esperanto aan het leren.
- Hij studeert Chinees.
- Hij leert Chinees.
Hij leert ons Engels.
Tom leert ons Frans.
Mijn vriend leert Koreaans.
Tom geeft les.
Leert Tom Frans op school?
Ze is al een jaar Duits aan het leren.
Juffrouw Tomas leert ons geschiedenis.
Maria leert mij Noors.
Hij studeert ook Chinees.
Het enige dat we van de geschiedenis leren, is dat we niets van de geschiedenis leren.
- Hij studeert Chinees.
- Hij leert Chinees.
In Sovjet-Rusland leert de les de leraar!
Hij studeert Chinees.
Tom studeert Frans.
- Tom leert Engels.
- Tom is Engels aan het leren.
Mijn vriend leert Koreaans.
Tom leert ons Frans.
Het ongeluk van anderen leert u niets.
Ze leert me Nederlands.
Hij leert me Nederlands.
Mijnheer Smith leert mij Engels.
We leren uit ervaring dat mensen nooit iets leren uit ervaring.
Wie leert jou Frans?
Ze leert ons Frans.
Tom is op zijn kamer Frans aan het leren.
Het voornaamste wat Tatoeba ons leert is dat men zelfs zijn eigen moedertaal niet kan spreken.
Zijn vrouw leert me Italiaans.
Tatoeba is een goede les in nederigheid. We denken allen dat we een taal goed kennen, tot wanneer we er een beetje dieper op ingaan.
De Bijbel draagt ons op om onze naasten én onze vijanden lief te hebben; waarschijnlijk omdat dat in het algemeen dezelfde personen zijn.