Examples of using "покупать" in a sentence and their dutch translations:
Ik wil het niet kopen.
Afdingen dwingt niet tot kopen.
Jij moet weten of je het koopt of niet.
We moeten deze uit het buitenland aankopen.
We vinden het moeilijk om te beslissen welke te kopen.
Jij moet weten of je het koopt of niet.
Hij gaat geen fototoestel kopen.
Ik besloot geen parfum te kopen.
Ik wil geen jacht kopen.
- Koop je het?
- Ga je het kopen?
Ik ga de auto morgen niet kopen.
Tom gaat geen nieuwe auto kopen.
Hoeveel bier moet ik kopen?
Je hoefde het boek niet te kopen.
Het is jammer dat we geen wonderen kunnen kopen, net zoals we aardappelen kopen.
Wij gaan volgende week een nieuwe auto kopen.