Examples of using "носил" in a sentence and their dutch translations:
Hij droeg een bril.
Tom droeg een bril.
Tom droeg een hoed.
Hij droeg een rode broek.
Ze droeg een lange, brede jas.
Tom droeg cowboylaarzen en een cowboyhoed.
Tom droeg een V-hals T-shirt.
Hij droeg een bril.
- Ik draag geen horloge maar deed dat wel toen ik jonger was.
- Ik draag geen horloge, maar ik had de gewoonte er een te dragen toen ik jonger was.
Tom droeg een spijkerbroek en een wit T-shirt.