Examples of using "пальто" in a sentence and their dutch translations:
Trek je jas uit.
Trek je jas uit.
Doe je jas aan.
Dat is een mooie mantel.
- Trek je jas uit.
- Gelieve uw jas uit te trekken!
- Trek alstublieft uw jas uit.
- Gelieve uw jas uit te trekken!
- Trek alstublieft uw jas uit.
Mag ik mijn jas uittrekken?
- Je bent je jas vergeten.
- U bent uw jas vergeten.
Wilt u mijn overjas zoeken?
- Zijn mantel is versleten.
- Zijn overjas is versleten.
Ze heeft een mantel nodig.
- Waar is mijn mantel?
- Waar is mijn jas?
- Waarom doe je je jas niet uit?
- Doe je jas maar uit.
Ik heb een jas nodig.
Hij had geen jas aan.
Doe je jas aan. Het is koud buiten.
Deze jas heeft geen zakken.
Er zitten knopen op het jasje.
Je hebt een dure jas gekocht.
Tom draagt een nieuwe jas.
Ik heb een dunne jas nodig.
Ze wil een paarse jas.
Ik deed mijn jas binnenstebuiten aan.
U bent uw jas vergeten.
Hang je jas aan een klerenhanger.
Hangt u uw jas toch op.
Ik heb een dikke jas nodig.
Ik heb een nieuwe jas nodig.
Hij had geen jas aan.
- Jouw jas is heel mooi.
- Je mantel is heel mooi.
Ik zoek een jas in mijn maat.
- Jouw jas is heel mooi.
- Je mantel is heel mooi.
Je hebt een dure jas gekocht.
Hij maakte haar een nieuwe jas.
Ze droeg een lange, brede jas.
Ik heb mijn jas expres thuis laten liggen.
Doe je jas aan. Het is koud buiten.
Waarom doe je je jas niet uit?
Ze droeg een blauwe mantel.
Het is koud buiten. Doe je jas aan.
Het meisje met de blauwe jas is mijn dochter.
Wie is de vrouw met de bruine jas?
Tom naaide een knoop aan zijn jas vast.
We dragen een jas omdat het hier koud is.
Een van de knopen van mijn mantel is gelost.
Eerst trok John zijn jas aan, en toen pakte hij zijn hoed.
Omdat ik mijn oude jas heb afgedragen moet ik een nieuwe kopen.
Tom had nauwelijks zijn jas uitgetrokken toen ze vragen begonnen te stellen.
- Wie is de vrouw in de bruine jas?
- Wie is de vrouw in de bruine mantel?