Examples of using "не" in a sentence and their dutch translations:
Overdrijf niet.
- Maak je geen zorgen.
- Maak u niet ongerust.
- Ga niet weg.
- Ga niet weg!
Neem de tijd.
Vergeet het niet!
- Ga niet weg.
- Ga niet weg!
Wees niet bang.
Blijf wakker.
- Kom niet te laat!
- Wees niet te laat!
- Niet bewegen.
- Niet bewegen!
Trek geen gezichten!
- Lieg niet.
- Lieg niet!
Val niet in slaap.
Huil niet!
- Ga niet weg.
- Ga niet.
Blaf niet!
Word niet boos.
Ga niet weg.
Maak u niet kwaad.
- Rustig aan.
- Rustig maar.
- Haast je niet.
- Haast u niet.
- Maak je geen zorgen.
- Maak u niet ongerust.
- Niet bewegen.
- Geen beweging!
- Niet bewegen!
Geef niet op!
Huil niet!
Het is te nemen of te laten.
Ik kan me geen enkele reden bedenken om niet te gaan.
- Houd je schoenen aan.
- Hou je schoenen aan.
Kijk niet terug.
Wees niet onbeleefd.
Wees niet verlegen.
Niet aanzitten.
Bemoei je er niet mee.
- Ga niet weg zonder gedag te zeggen.
- Ga niet weg zonder afscheid te nemen.
Wees niet bang.
Niet vallen!
Verontschuldig je niet.
Kom niet.
Wacht niet.
Wees niet verdrietig.
Rook niet.
- Overdrijf niet!
- Niet overdrijven.
Vraag niet.
Waag het niet!
- Niet schieten!
- Niet schieten.
Lach niet.
Geef niet op!
- Verkneukel je niet.
- Glunder niet zo.
Geen paniek.
- Ga niet dood.
- Sterf niet.
Onderbreek niet.
Blijf gefocust.
- Niet stoppen.
- Stop niet.
- Niet ophouden.
Glimlach niet.
Niet zingen.
- Niet kijken!
- Kijk niet.
Niet springen!
Geen ruzie maken.
- Schreeuw niet.
- Schreeuw niet!
Overdrijf het niet.
Trek geen gezichten!
- Laat maar.
- Doe geen moeite.
Niet aanzitten.
- Zit stil.
- Sta stil.
Maak geen lawaai.
Maak je geen zorgen.
Sta niet op.
Maak je geen zorgen.
- Dwaal niet zo af.
- Niet kletsen.
- Hou het simpel.
- Houd het simpel.
- Ga niet dood.
- Sterf niet.
- Vertel geen leugens!
- Lieg niet!
Geen paniek!
Blijf wakker.
Vergeet het niet!
Ga niet weg.
Ga niet.
- Niet denken!
- Denk niet na!
Je hoeft niet te gaan, als je dat niet wil.
Ik ging niet.
- Ben je niet moe?
- Bent u niet moe?
Ik heb het niet begrepen.
Niet aanraken.
- Ga je dan niet?
- Wil je niet gaan?
Ik ben niet verlegen.
Koop het niet!