Examples of using "искал" in a sentence and their dutch translations:
Ik was je aan het zoeken.
Ken zocht je.
- Ik heb je overal gezocht.
- Ik heb jullie overal gezocht.
Ik heb jullie overal gezocht.
Ik heb je overal gezocht.
- Ik heb je opgezocht.
- Ik zocht je op.
- Ik heb je gezocht.
Ik was op zoek naar een baan.
Ik zocht de afstandsbediening.
Hij zocht naar de sleutel.
Ken zocht je.
- Waar heb je gekeken?
- Waar heb je gezocht?
- Jij bent de man waarnaar ik op zoek ben geweest.
- Gij zijt de persoon die ik zocht.
- Jij bent degene die ik zocht.
Dat is niet wat ik zocht.
- Ik heb het de hele voormiddag gezocht.
- Ik heb er de hele ochtend naar gezocht.
Jij bent degene die ik zocht.
Ik heb de foto waar Tom naar zocht gevonden.
Ik heb meer dan een uur naar ze gezocht.
Hij zocht beschutting tegen de regen.
Dit was precies wat hij zocht.
Ik heb gevonden wat ik zocht.
Jij bent degene die ik zocht.
Hij heeft de hele dag naar de brief gezocht.
Jij bent degene die ik zocht.
Ik heb overal naar Tom gezocht, maar ik heb hem niet gevonden.
Dit is precies het boek waar ik naar heb gezocht.
zocht ik naar 'chien' op Google Afbeeldingen.
Hij zocht naar de sleutel.
Jij bent degene die ik zocht.
Ik zocht naar Andy. Weet je waar hij is?
Ik was op zoek naar iets wat er niet was.
Ik weet niet meer wat ik aan het zoeken was.
Ik weet niet meer wat ik aan het zoeken was.
Dat is niet wat ik zocht.
Ik heb overal naar Tom gezocht, maar ik heb hem niet gevonden.
- Hij heeft vijf uur naar haar gezocht.
- Hij heeft haar vijf uur lang gezocht.
Ik heb overal gezocht naar een klein appartement.
Tom heeft niet gevonden wat hij zocht.
Ik heb overal naar Tom gezocht, maar ik heb hem niet gevonden.
Jeff was drie maanden op zoek voordat hij een baan vond.
Ik zocht urenlang, maar kon het niet vinden.
Daar ben je! Ik heb overal naar je gezocht.
- Heb je Tom gegoogeld?
- Heeft u Tom gegoogeld?
- Hebben jullie Tom gegoogeld?
- "Daarna heb ik gezocht," legde hij uit.
- "Daarna was ik er op zoek geweest," verklaarde hij.
Ik heb overal gezocht, maar ik kan het niet vinden.
Tom kon in de supermarkt niet vinden waar hij naar zocht.
Jij bent de man waarnaar ik op zoek ben geweest.
Ik heb de sleutel gevonden waar ik naar op zoek was.
Ik heb al overal gezocht, maar ik kan mijn beurs niet vinden.
Er verschijnt een andere jachtkrabspin. Niet die waarop hij hoopte.
Ik had geaarzeld en was bang en dat wilde ik niet.
Ik heb nog niet gevonden wat ik zoek, maar ik heb al veel gevonden dat ik vroeger ooit gezocht heb.
Het maakt mij niet uit dat je in het donker tast naar een oplossing, maar ik zou willen dat je tot een besluit zou komen.