Examples of using "заказать" in a sentence and their dutch translations:
Ik weet niet wat ik moet bestellen.
We kunnen een pizza bestellen.
Ik weet niet wat ik moet bestellen.
Tom weet niet wat te bestellen.
Waarom bestellen we geen pizza?
Ik zou graag drie plaatsen willen reserveren.
Ik wil een vlucht naar Brazilië boeken.
Ik zou een tafel willen reserveren voor twee personen.
Ik zou een tafel willen reserveren voor twee personen.