Examples of using "деревне" in a sentence and their dutch translations:
- Ik groeide op in het land.
- Ik ben opgegroeid in het land.
- Ik ben opgegroeid op het platteland.
Ze woont in een dorp.
Hij woont op het platteland.
Ze woont op het platteland.
- Ik groeide op in het land.
- Ik ben opgegroeid op het platteland.
Ze woont in een dorp.
We zijn zo dicht bij het dorp.
Ze woont in dat dorp.
De dokter is bij iedereen in het dorp bekend.
Hij is in een klein dorp opgegroeid.
Tom woont in een klein dorpje.
Ze woont in dat dorp.
Mijn grootmoeder woont op het platteland.
Iedereen in het dorp kende hem.
- Tom groeide op in een klein dorp.
- Tom groeide op in een dorpje.
Mijn ouders wonen op het platteland.
Dit is het dorpje waar ik ben geboren.
Er is geen fabriek in dit dorp.
De man is goed gekend in het hele dorp.
Hij woont helemaal alleen in het dorp.
Ik woon in een klein vissersdorpje.
Ik droom van een rustig leven op het platteland.
Mijn broer woont in een klein dorpje.
Het schijnt dat er niemand in het dorp was.
Er leefde eens een ondeugende jongen in dit dorp.
Ik woon op het platteland.
In 1960 werd Apa Sherpa geboren in Thame.
Hij heeft nu een stichting voor onderwijs in de regio.
Waarom denk jij dat Tom verkiest op het platteland te wonen?
En dan gaan we verder. We moeten in de buurt van het Embarradorp zijn.
Ik woon in een stad, maar mijn ouders wonen op het platteland.
Ik woon in de stad maar mijn ouders hebben op het platteland gewoond.
Kunt u me uitleggen waarom er in bijna elk dorp twee kerken zijn?
De Apa Sherpa Foundation zou meer steun kunnen krijgen als mensen ons plaatsje kenden,
Ik woon in een klein vissersdorpje.
Tom groeide op in een klein vissersdorpje.
Ik woon op het platteland.
- Tom leeft op het platteland.
- Tom leeft in het land.
- Mijn vader leeft op de buiten.
- Mijn vader woont op het platteland.
Kunt u me uitleggen waarom er in bijna elk dorp twee kerken zijn?
"Vandaag is de melkboer begraven. Er was veel volk, want op het dorp kende iedereen hem." "O, is er in Linschoten een melkboer?" "Nou nee, nu dus niet meer!"
Ik woon in een stad, maar mijn ouders wonen op het platteland.
Op het platteland hebben het gras, de bomen, en de stenen een adem die stinkt naar mensen. Ze spreken me aan vanuit alle richtingen, en klampen aan me vast. Maar in de stad zijn zelfs de passagiers van een overvolle trein zo stil als een kiezelsteen op de oever van een rivier, en ieder is alleen aan zichzelf aan het denken.