Examples of using "борт" in a sentence and their dutch translations:
Kom aan boord.
- Stap in.
- Ga aan boord.
Ik ben aan boord gegaan.
Kom aan boord.
Welkom aan boord!
- Tom ging aan boord.
- Tom is aan boord gegaan.
Tom viel overboord.
Ze worden dan aan boord geworpen,
We gingen aan boord.
Hij viel overboord en verdronk.
Om tien uur zijn we aan boord gegaan.
Ik verwar altijd bakboord met stuurboord.
Dames en heren, welkom aan boord.
Allemaal aan boord!
- Tom stapte het vliegtuig in.
- Tom ging aan boord van het vliegtuig.
De piraten gingen aan boord van het schip.
Met een enorme zwaai tilt hij de knappe prinses op en gooit haar overboord.